Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.
Dino Gacevic werkt op de spoedeisende hulp van een Rotterdams ziekenhuis. Hij vervangt tijdelijk Karin Amatmoekrim.
Dino Gacevic
Dertigduizend doden. Dertienduizend gestorven kinderen. Infrastructuur aan gort, geen zorg. Een desolaat land, een totaal ontheemd en verdrongen volk. Honger, pijn, wonden, kou, diarree.
Het zal wel aan mijn linkeroog hebben gelegen. De avond ervoor kreeg ik mijn linker contactlens er met veel inspanning uitgepeld.
De Nederlandse taal is prachtig: modulair, economisch en enorm efficiënt. Maar daarom wel verdomd lastig om in te schrijven, schrijft Dino Gacevic.
Januari 1941, een kille winteravond. De muren van Barak 28 in krijgsgevangenenkamp Stalag VIII-A, Görlitz, bieden schamel weerstand tegen de koude buitenlucht.
‘My name Borat, I like sex’, dat is de veelzeggende introductie van Borat Sagdiyev in de gelijknamige film. Die speelt zich af in een dorp in Kazachstan.
Het hartfilmpje toont een grote hartaanval. Het is snel schakelen, want de urgentie was bij binnenkomst op de spoedeisende hulp nog onduidelijk.
Bij zijn co-schap bij neurochirurgie verwondert Dino Gacevic zich over de menselijke hersenen, die hij open en bloot op de operatietafel ziet. „Dat taal, fysiek zo in hersenweefsel gestold, tot het vernuft heeft geleid van Dostojevski, Shakespeare en Brouwers.”