Terug naar de krant

‘Nederlandse staat, inclusief Oranjes, op grootschalige wijze betrokken bij slavernij’

Leeslijst Nieuws

Onderzoek slavernijverleden Onderzoekers stellen dat de Nederlandse staat op ‘grootschalige’ wijze betrokken was bij de slavernij. Voor het eerst wordt ook duidelijk wat de Oranjes aan de slavernij hebben verdiend: omgerekend naar hedendaags geld ruim een half miljard euro.

Leeslijst

Zonder slavernij was er geen Nederlands koloniaal rijk geweest. De politieke en economische elite waren in de zestiende tot en met negentiende eeuw sterk met elkaar verknoopt en slavernij vormde het speerpunt van hun beleid. De gevolgen hiervan zijn tot op de dag van vandaag over de hele wereld waarneembaar. Dat zijn de belangrijkste conclusies van het donderdag verschenen boek Staat en slavernij: het Nederlandse koloniale slavernijverleden en zijn doorwerkingen.

Deze bundel kwam er omdat de Tweede Kamer in 2021 per motie had gevraagd om een onafhankelijk onderzoek naar het slavernijverleden en de doorwerking ervan, waarna het ministerie van Binnenlandse Zaken een subsidie verschafte voor het werk. Premier Rutte (VVD) heeft de uitkomsten van het project niet afgewacht en bood afgelopen december reeds namens de Nederlandse staat excuses aan.

Lees ook Excuses voor het slavernijverleden wekken verwachtingen
Premier Mark Rutte houdt een toespraak in het Nationaal Archief in Den Haag. Foto ROBIN VAN LONKHUIJSEN/ANP

Volgens historicus Esther Captain, werkzaam bij het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en een van de samenstellers van de bundel, is het idee dat Nederland overzees ‘iets goeds ging doen’ niet langer houdbaar. „Geweld, uitbuiting en onderdrukking waren essentieel voor het Nederlandse koloniale project. Dat moet je weten als je, zoals indertijd premier Balkenende, de ‘VOC-mentaliteit’ looft.”

samenstellerEsther Captain Systemen van onderdrukking hingen in het Nederlandse koloniale rijk samen en gingen in elkaar over

Staat en slavernij bestaat uit bijdragen waarin dertig auteurs van een breed scala onderwerpen de stand van kennis weergeven. Ook is er aandacht voor de rol die nazaten van slaven de afgelopen decennia hebben gespeeld in het agenderen van de doorwerking van het Nederlandse slavernijverleden en hoe herstel zou kunnen plaatsvinden.

Daarnaast bevat het boek nieuws: voor het eerst wordt duidelijk wat de stadhouders en koningen van de familie Oranje aan de slavernij hebben verdiend: omgerekend naar hedendaags geld ruim een half miljard euro. Dat bedrag bestond uit vergoedingen voor het uitoefenen van hun functie, bijvoorbeeld die van stadhouder, en uit opbrengsten van deelname aan koloniale ondernemingen. Daarvoor hoefden ze niets in te leggen: de Oranjes kregen zodoende winst uitgekeerd zonder dat ze het risico liepen eigen vermogen te verliezen.

Met het verschijnen van deze bundel is het laatste woord over het Nederlandse slavernijverleden nog niet gezegd, benadrukt Matthias van Rossum, werkzaam bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en ook een van de samenstellers: „Bijna elke bijdrage eindigt met de opmerking dat er meer onderzoek nodig is. En dat is niet zo omdat wetenschappers dat altijd zeggen: over veel zaken weten we echt nog te weinig.”

Toch concludeert u al dat de Nederlandse staat ‘grootschalig’ betrokken was bij de slavernij, terwijl de precieze omvang dus nog niet duidelijk is. Hoe definieert u grootschalig?

Van Rossum: „De betrokkenheid was wereldwijd en je kan geen aspect van de koloniale politiek aanwijzen waar de Nederlandse staat niet bij betrokken was. Dat maakt het grootschalig.”

Captain: „En de opbrengsten van het kolonialisme vonden hun weg naar héél Nederland, onder meer in de productie en consumptie van koloniale goederen als suiker en koffie.”

Gold dat ook voor Nederlanders die in armoede leefden, ver weg van de grote steden?

Captain: „Dat vond ik een van de opvallendste uitkomsten van dit onderzoek: de effecten van het slavernijsysteem waren ook in het achterland duidelijk aanwijsbaar.”

Van Rossum: „Het meeste voordeel had natuurlijk de elite en de overzeese expansie droeg ook bij aan de vergroting van de ongelijkheid in Nederland. En tegelijkertijd zie je op de lange termijn dat de Nederlandse samenleving en economie als geheel enorm profijt hebben gehad van die koloniale baten.”

Dat gold dus ook voor de Oranjes, eerst als stadhouders en vanaf 1813 als koningen. Er loopt nog een groot onderzoek naar het slavernijverleden van de koninklijke familie, maar wat is er nu al te zeggen over haar betrokkenheid?

Van Rossum: „De stadhouders hadden ten tijde van de Republiek een heel directe verantwoordelijkheid voor de koloniale politiek – en dus voor de slavernij. Hun rol was niet ceremonieel. Ze bemoeiden zich echt met het beleid en verdienden er geld mee.

Lees ook Dit zijn de strijders tegen slavernij die nu alsnog op een voetstuk worden gezet
Het Tula-monument op Curaçao ter herinnering aan de slavenopstand in 1795.

„Toekomstig onderzoek moet duidelijkheid geven over de omvang van het bedrag dat de Oranjes buiten hun officiële functies aan de slavernij hebben verdiend. Daarin moet ook het cultuurstelsel worden meegenomen, het systeem van gedwongen arbeid zoals dat in de negentiende eeuw in Nederlands-Indië bestond.”

Captain: „Dat was voor mij ook een van de belangrijke inzichten van dit onderzoek: hoe verschillende systemen van onderdrukking in het Nederlandse koloniale rijk met elkaar samenhingen en in elkaar overgingen. Dat hield ook niet op toen in 1863 de slavernij in Suriname en de Antilliaanse eilanden officieel werd afgeschaft. In Nederlands-Indië kwam dwangarbeid tot ver in de twintigste eeuw voor en in het Surinaamse bevolkingsregister was er tot 1936 bijvoorbeeld nog sprake van een aparte categorie van ‘inboorlingen’.

„Je hoort mensen weleens zeggen dat de slavernij allang voorbij is en dat er geen verband kan zijn tussen het heden en dingen die in een ver verleden gebeurd zijn, maar zo lang geleden was het dus helemaal niet.”

samenstellerMatthias van Rossum Dit boek is niet een streep onder het slavernijverleden: meer onderzoek is nodig

Daarmee zijn we bij de doorwerking van het slavernijverleden aangekomen. Een aantal auteurs schrijft dat daar eigenlijk nog geen goed onderzoek naar is gedaan, maar in de rest van de bundel én in het maatschappelijk discours gaat het over deze doorwerking alsof precies duidelijk is waaruit die bestaat. Hoe kan dat?

Captain: „Ik denk dat er een verschil is tussen wat aan verhalen bekend is binnen families, en wat binnen de wetenschap als bewijsbare, empirische kennis wordt beschouwd. Dus het is ook de vraag wat als kennis wordt gewaardeerd: volgens mij is het goed dat we nu gaan luisteren naar mensen die tot voor kort niet werden gehoord. Dat zal ons als wetenschappers en samenleving veel nieuwe, nuttige inzichten opleveren.”

Maar zo kom je er toch niet achter wat bijvoorbeeld het verband is tussen het koloniale verleden en maatschappelijke achterstelling en uitsluiting anno 2023?

Captain: „Het zal best ingewikkeld zijn om een directe lijn aan te tonen tussen toen en nu. Racisme moet zich elke keer opnieuw produceren, maar de geschiedenis vergeet niet waar ze geweest is. Als er negatieve stereotypen van vroeger bestaan, is het makkelijk om daarop terug te grijpen.”

Van Rossum: „Natuurlijk is de huidige maatschappij gevormd door álles wat er hiervoor is gebeurd en niet alleen door het slavernijverleden. Maar als je de metafoor gebruikt van een door elkaar geroerde soep: een groot deel van de smaak is toch echt afkomstig van onze koloniale geschiedenis.”

Er zijn inmiddels onderzoeken geweest naar het slavernijverleden van steden, provincies en bedrijven. Nu ligt er dit door de Tweede Kamer bestelde overzicht. Begrijpt u dat er mensen zijn die zeggen: het is langzamerhand wel genoeg zo?

Van Rossum: „Nee, dit boek is niet het teken dat we er een streep onder kunnen zetten. Er komt een Kennisagenda met onderwerpen waarover nog meer onderzoek gedaan moet worden. Ik ga ervan uit dat de politiek dat mogelijk maakt.”

Captain: „Het beste zou zijn als er een groot meerjarig project wordt gestart, zoals dat ook met de dekolonisatie-oorlog in Indonesië is gebeurd. Daar waren de betrokken ministeries twee jaar geleden nog niet klaar voor. Die wilden in het jubileumjaar 2023 – 160 jaar na de afschaffing van de slavernij – allemaal iets doen, met als resultaat een ad hoc-beleid. We hopen met dit boek een aanzet te geven tot een overkoepelende visie.”

Lees ook Welke boeken over ons slavernijverleden zijn de moeite waard?
Wasvrouwen uit Suriname, getekend door Pierre Benoit, circa 1830. Uit het boek De Doorsons van Roline Redmond
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 16 juni 2023.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in