Terug naar de krant

‘Als tiener schaamde ik me rot voor de spectaculaire outfits van mijn moeder’

Leeslijst rubriek

Stijlfamilie Djamilla van Brussel (46) is redacteur en coördinator bij Linda. Haar moeder Anne van Borselen (85) is beeldend kunstenaar.

Leeslijst
Djamilla draagt een broek van Zucca, twee tops van Issey Miyake, tweedehands schoenen en ringen die van haar moeder en oma zijn geweest. Anne draagt een vintage jasje en broek van Comme des Garçons, een tweedehands blouse, schoenen van een onbekend merk, broches van Chanel en Gucci, ringen van Gucci, Dior, Bijou Brigitte en een winkel op Bali, en merkloze oorbellen. Haar Prada-bril heeft ze van Djamilla gekregen.

Djamilla

„Mijn moeder heeft veertig jaar in de winkel van haar zus gewerkt: Hoppety in Groningen. Ze verkochten mode van uitgesproken merken als Claude Montana, Issey Miyake en Thierry Mugler en zagen er zelf ook altijd spectaculair uit. Daar schaamde ik me als tiener rot voor. Dan zat ik op een terras met vrienden en kwam mijn moeder opeens voorbij in een soort drakenjurk met grote stekels. Vreselijk.

„We houden allebei van Japanse mode: Comme des Garçons, Yohji Yamamoto en vooral Issey Miyake. Ik denk dat ik alle Issey’s inmiddels uit mijn moeders kast gejat heb. Zij combineert haar kleren met veel kleur en behangt ze met sieraden. Ik hou het juist minimalistisch. De vorm van Issey Miyakes kleding is geweldig. Je propt het in je koffer, trekt het eruit en het is meteen goed. Het zit als een pyjama en gaat heel lang mee, ik had vanmorgen nog een broek aan die ik al sinds mijn zeventiende heb.

„Met jonge kinderen en een drukke baan wil ik op de meeste dagen lekker wegkruipen in een grote trui. Mijn moeder niet, die draagt haar museumstukken gewoon elke dag. Zelfs in Covid-tijd, toen iedereen pyjama’s droeg, zag mijn moeder er elke dag uit alsof ze naar een feestje ging. Mijn dochter Mimi van vier is precies zo. Ze houdt van uitgesproken kleren, het liefst zoveel mogelijk lagen over elkaar heen. Hoe meer glim hoe beter. Blijkbaar slaat het een generatie over.

„Ik ben opgegroeid in de winkel, na schooltijd zat ik altijd in het magazijn, omringd door mooie spullen. Ik vond mode leuk, maar wilde er nooit mijn beroep van maken. Ik ben opgeleid tot decorbouwer op het hout- en meubileringscollege. Daarna ben ik per toeval in de tijdschriftenwereld terechtgekomen.

„Al sinds mijn twaalfde zet ik elke ochtend een stipje onder mijn oog met eyeliner: een erfenisje van mijn moeder. Zij doet dat ook al sinds haar puberteit, al doet zij het boven en onder. Een paar jaar geleden had Dior het opeens ook. Toen dachten we wel: hallo, dat is óns ding!”

Anne

„Ik was puber in een tuttige tijd: als meisje droeg je een twinset met een Schotse rok. Er waren nog geen boetieks, dus je had weinig keus. Maar mijn moeder en ik gingen samen stoffen kopen waarmee we kledingstukken uit Vogue namaakten. Daar is het voor mij mee begonnen.

„Zolang ik me kan herinneren, hou ik al van uitbundige kleren. Zelfs mijn zus, eigenaar van de winkel, zei altijd dat ik me rustiger moest kleden. Als we kleding inkochten, koos zij de basics voor het grote publiek en mocht ik de highlights eruit vissen. En ik deed de etalages, daar maakte ik altijd een feestje van.

„Mijn sieraden zijn van Gucci en Chanel, maar ook van die goedkope winkel: Bijou Brigitte. Deze blouse heb ik voor 12 euro bij een tweedehands stinkwinkel gekocht, die lag in zo’n enorme rommelbak waar ik altijd precies dat ene dingetje uit weet te vissen. Ik ben niet zo merkerig, als ik iets leuk vind draag ik het gewoon. In de winkel hadden we vroeger klanten die zeiden: als ik een dure broek koop, moet er ook een dure blouse bij. Dat vind ik onzin.”

„In de jaren zestig droeg ik minirokjes van Mary Quant, in de jaren zeventig kleurrijke maxirokken van Kenzo en in de jaren tachtig jasjes van Mugler met zulke brede schouders dat je er schuin mee door een deur moest. De laatste jaren is mijn smaak wat meer hetzelfde gebleven. Japanse ontwerpers heb ik altijd mooi gevonden. Ze maken prachtige silhouetten met een bepaalde eenvoud.

„Ik koop bijna nooit meer iets, ik kan gewoon winkelen in mijn eigen kast. Ik heb enorm veel kleren van vroeger, want ik gooi moeilijk iets weg. En ik heb hónderden brillen.

„Vroeger had ik een kaketoe die altijd op mijn schouder zat, die heeft me helemaal doof gekrijst. Toen ik een gehoorapparaat moest, kwamen die lui met vreselijke prothesekleuren. Ik heb meteen om kleur gevraagd. Dus nu heb ik rechts een rode en links een zwarte, als een soort sieraden. Dat hadden ze nog nooit meegemaakt.”

Het werk van Anne van Borselen is tot en met 31 mei te zien bij Het kantoor van nu in Gouda.

Fotografie Jaimy Gail
Haar en make-up Vannessa Chan

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 1 april 2023.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in