Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief Dit artikel is met behulp van geautomatiseerde technieken gedigitaliseerd en voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd volledig correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Verkiezingen

Zuiver

Als de Eerste en Tweede Kamer tijdig besluiten het eergisteren ingediende wetsontwerp tot verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd van 21 tot 18 jaar goed te keuren kunnen omstreeks een miljoen nieuwe jonge kiezers dit najaar of volgend voorjaar aan eventuele verkiezingen deelnemen. De groep Nederlanders die dan voor de eerste keer kan gaan stemmen zou bijna twaalf procent van het totale kiezersbestand bedragen. Het voorstel tot wijziging van de Kieswet is op zichzelf een uitvloeisel van een eerder dit jaar aanvaarde wijziging van de Grondwet die een dergelijke verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd inhield. Een voornamelijk „technische" wetswijziging nu dus. We hebben ons 21 juli op deze plaats afgevraagd of een kabinet dat niet op de steun van een meerderheid van de Tweede Kamer kan rekenen — en alleen in zo'n geval zijn verkiezingen nodig — de verantwoordelijkheid voor een dergelijk wetswijzigingsvoorstel mag nemen. We waren en zijn van mening dat het nemen van deze verantwoordelijkheid wel verdedigbaar is. Dat zou bij bijv. de indiening van een wetsontwerp tot verhoging van de kiesdrempel anders zijn. Uit v er kiezings onderzoeken uit groepen jonge, tot nu toe niet stemgerechtigde kiezers is de laatste jaren een duidelijk zichtbare grotere voorkeur voor andere partijen dan de coalitiepartijen van het kabinet-Biesheuvel gebleken. Concreet: politiek links weet zich in de groep van 18—21-jarigen sterk. In deze niet altijd door onthechting van het politieke eigenbelang gekenmerkte dagen siert het het demissionaire kabinet —. en de minister van binnenlandse zaken in het bijzonder — dat door een snelle indiening van het wijzigingsontwerp de weg naar een tijdige beslissing van de Staten-Generaal is vrijgemaakt. Een kabinetsbesluit dat door zijn zuiverheid de geloofwaardigheid van „de politiek" wellicht weer iets kan bevorderen.