Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Binnenlands bestuur

Bouw Bijlmermeer van start

Burgemeester liet heiblok vallen

(Van een onzer verslaggevers)

GISTERMIDDAG heeft Amsterdams burgemeester mr. G. van Hall in de tot woestijn herschapen Bijlmermeer, waar enorme zanddammen de tracés van de toekomstige verhoogde wegen reeds markeren, de eerste — met bloemen versierde — paal geslagen voor de woninghouw in dit lang omstreden gebied. Hiermee werd officieel een begin gemaakt met de realisering van plan A (1182 woningen), waaraan het rijk enkele weken geleden zijn fiat gaf.

DE plechtigheid, die gedeeltelijk plaatsvond in een reusachtige — schaars verwarmde — tent, had een enigszins gehaast karakter, doordat Amsterdams eerste burger het feestelijke heiwerk moest verrichten tussen een „voor de gemeentelijke autonomie belangrijke” zitting van de Eerste Kamer door. Na het heien en zijn officiële toespraak reed burgemeester Van Hall (zonder dat hij met de ruim driehonderd genodigden het glas kon heffen) in gezwinde spoed terug naar Den Haag.

IK heb altijd met groot plezier eerste palen geslagen,” aldus burgemeester Van Hall, „maar ik heb echter nooit grotere voldoening gevoeld dan bij het slaan van de eerste paal in de Bijlmermeer. Het gaat om de toekomst van minstens 100.000 Amsterdammers. Ik hoop, dat Amsterdam snel tot het inzicht zal komen, dat de gemeente hier bezig is met een poging werkelijk iets groots tot stand te brengen.” Burgemeester Van Hall vervolgde: ,,Er is dit jaar veel afgegeven op het bestuur van deze stad. Er is veel kritiek. Soms wordt de indruk gewekt alsof wij alles fout doen. Men schijnt niet tevreden te zijn over de kwaliteit van onze arbeid. Vrij algemeen hanteert men de leuze: ,ze doen toch niets.’ Ik ben het daarmee niet eens, maar ik kan voor deze kreet in zekers mate wel begrip opbrengen. Want hoe kan de bevolking weten hoe veel en hard er gewerkt wordt, voordat iets naar buiten kan komen.

Niet alles perfect

DEZE Bijlmermeer is er, naar mijn vaste overtuiging, over een paar jaar, wanneer de stad begint op te rijzen boven het maaiveld, het bewijs van, dat we niet alles verkeerd doen. Ik durf dat best zo te stellen, ook al ben ik mij ervan bewust, dat eveneens in de Bijlmermeer zal blijken — zoals in de Westelijke Tuinsteden — dat niet alles perfect zal zijn. Ook van de bouw van dit stadsgebied zullen we leren. Ook hier zullen experimenten misschien niet geheel slagen.

Een Bijlmermeer bouwen naar het cliché van bestaande tuinsteden is wel een fors karwei’, maar daarmee baant men zich geen weg naar de tóèkomst, daarmee levert men niet het bewijs van een stad te zijn, die midden in de ontwikkeling van de tijd staat,” aldus burgemeester Van Hall. „Er is de laatste tijd veel bekommernis om onze binnenstad,” ging burgemeester Van Hall verder. ,,Ik geloof dat dit een oprechte zaak is. Misschien dat hieruit, uit deze bewustwording van het onvervangbare gegeven, dat de binnenstad is, een réveil voortkomt, dat het gemakkelijker zal maken grote offers te brengen voor een juist beheer van dit stadscentrum. Niet alleen het centrum moet juist worden beheerd; Amsterdam is óók de Bijlmermeer. Deze Bijlmermeer is een binnenstad van de grote randstad van de toekomst.”

„Ik ben wel eens bang, aldus de burgemeester, „dat door alle aandacht, die de binnenstad krijgt, de aandacht wordt afgetrokken van de even reële taak, die in de Bijlmermeer ligt. Of van andere grote taken, zoals het versterken van de stedelijke economie, die de absolute grondslag voor onze welvaart en toekomst is.” Burgemeester Van Hall zei ten slotte: „Het is mijn vurigste wens, dat dit wordt begrepen door onze gehele bevolking.” De wethouder voor de volkshuisvesting, mr. Th. C. M. A. Elsenburg, beklemtoonde, dat het voor Amsterdam — gezien het feit, dat de Bijlmer met zoveel moeite was verworven — een erezaak is geweest zich meer dan waar ook in te spannen om een goed resultaat te behalen bij de vormgeving aan de Bijlmermeer.