Terug naar de krant

Cyrille Offermans had Poetins wrede plannen al in 2020 door

Leeslijst column Michel Krielaars
Leeslijst

Anders dan veel deskundigen in Op1 had Cyrille Offermans al in november 2020 door dat Poetin de geschiedenis met grof geweld naar zijn hand wilde zetten. Zo lees ik in Een koord boven de afgrond, zijn persoonlijke journaal over de jaren 2020-2022, dat de Russische leider zich wenst te zien ‘in de lijn van Peter de Grote, Catharina II en, steeds openlijker, die van Stalin’. De invasie van Oekraïne lag toen nog zestien maanden in het verschiet.

Offermans koppelt Poetins machtswellust aan de repressie van de Russische mensenrechtenorganisatie Memorial, die onder meer de Stalinterreur onderzoekt. Die passage begint met een citaat uit de memoires van Nadjezjda Mandelstam over de vernietiging van de herinnering. Dat zij de verboden gedichten van haar door Stalin vervolgde man Osip uit het hoofd leerde om die in betere tijden weer op papier te zetten zodat zijn bewonderaars ze alsnog konden lezen, zegt alles over de wreedheid van die dagen.

Opnieuw is Een koord boven de afgrond, net als de twee eerder verschenen delen van Offermans’ journaal, een schatkamer aan waarnemingen. Over de nietszeggendheid van museumteksten bijvoorbeeld, of over de schilder Adriaen van de Venne, die de donkere keerzijde van de Gouden Eeuw liet zien, of over schrijvers zoals Elsa Morante, Annie Ernaux, Fleur Jaeggy en Robert Walser, die je meteen weer wilt lezen.

Thomas Bernhard, wiens werk recentelijk opnieuw in vertaling verscheen, behoort volgens Offermans zelfs tot de ‘belangrijkste en diepgravendste schrijvers van na de Tweede Wereldoorlog’. Ook heeft hij het over zijn andere held, Theodor Adorno, die in zijn Erziehung nach Auschwitz (1966) zegt dat alleen ‘de overdrijving het medium van de waarheid is’. Iedere hedendaagse antisemiet kan volgens mij nog iets van zulke wijze woorden leren.

Ronduit vermakelijk is Offermans’ kritiek op het werk van de Poolse Nobelprijslaureaat Olga Tokarczuk. Haar alom geprezen Jaag je ploeg over de botten van de doden vindt hij maar niets. Die roman barst van de ‘slappe, overbodige, al te voorspelbare zinnen’ en ‘stilistische hopeloosheid’. Hij krijgt daarbij steun van de Duitse schrijfster en vertaalster Esther Kinsky, die het vertalen van Tokarczuks Jacobsboeken als een zelfkwelling ervoer, omdat er geen lijn of structuur in te ontdekken was. Bij nader inzien en herlezing van die boeken geef ik Offermans en Kinsky gelijk.

Daarentegen adoreert hij de Joegoslavische schrijver Danilo Kis (1935-1989), wiens overweldigende autobiografische romans Kinderleed, Tuin, as en Zandloper in Nederland in de ramsj belandden. Aan Kis ontleent hij de stelling dat er voor intellectuelen in de 20ste eeuw maar ‘één toets voor het geweten’ bestaat en dat is hoe zij zich verhouden tot het fascisme en stalinisme. Wie voor die toets zakt verliest voor eens en altijd zijn morele stemrecht. Offermans heeft dan ook geen goed woord over voor Sartre en De Beauvoir, die de Sovjet-Unie bleven ophemelen en zich blind hielden voor de Goelag.

De woorden van Kis zijn veelzeggend over Offermans’ eigen fijnzinnige houding ten opzichte van het leed om ons heen. Want volgens hem kun je de wereld alleen begrijpen als je regelmatig boeken van grote schrijvers en denkers leest. Alsof de overdrijving inderdaad de enige manier is om de waarheid te laten zien en het gekeuvel in Op1 overbodig te maken.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 12 april 2024.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in