Terug naar de krant

Hendrikje Crebolder: ‘Onze moeder draagt onze oude kleren’

Leeslijst rubriek Stijlfamilie
Hendrikje Crebolder (53) was tot voor kort directeur Development & Media bij het Rijksmuseum. Haar zus Eva (56) maakt als beeldend kunstenaar keramieken sculpturen en tegels.
Leeslijst

Hendrikje

„Mode hebben we niet van thuis meegekregen. ‘Wat heb ik hier aan mijn fiets hangen?’, dacht onze vader, die arts en hoogleraar was, als hij Eva en mij met kleren bezig zag. Onze moeder, schrijver en dichter, koopt nooit iets nieuws. Ze draagt onze oude kleren af en gooit nooit iets weg. Een tijd geleden had ze opeens een trui van mij uit de jaren tachtig aan, van CoolCat, met een kobaltblauwe bliksemschicht erop. Laatst waren we met haar in Japan en hebben we samen een mooi zwart jasje voor haar uitgezocht. Daar moesten we haar echt in púshen. Eva en ik gaan veel sneller over tot aankoop.

„Ik hou van mode én van kunst én van architectuur. Mensen vinden dat vaak moeilijk te geloven. In Parijs is het normaal dat je over lipstick praat, maar ook over Virginia Woolf. In Nederland niet. Terwijl dat transcendente het leven juist zo leuk maakt.

„Ik neem mode niet te serieus en wil er vooral plezier mee hebben. Daarom hou ik zo van mijn krankzinnige roze jurk met grote pofmouwen van Rotate. Ik word meteen vrolijk als ik die aantrek. Ik geloof in de kracht van mode als expressiemiddel. Kijk maar naar de kunst: aan de kleren die mensen op schilderijen dragen kun je zoveel aflezen over wie ze waren en hoe ze leefden.

„Mijn werk beïnvloedt uiteraard hoe ik me kleed. Toen ik begon in de advocatuur móést je kousen en een mantelpakje aan. Ik weet nog goed hoe bevrijdend het voelde toen ik op een gegeven moment ook broeken aan mocht.

„Dit pak heb ik tien jaar geleden gekocht voor de Garden Party, een jaarlijks feest in de tuinen van het Rijksmuseum. Mijn hart ging meteen sneller kloppen toen ik het zag. Een broekpak heeft een zekere elegantie, maar is ook stoer. Er hoort eigenlijk nog een riem bij met een groot Gucci-logo, maar die draag ik nooit. Onze moeder knipte vroeger al de etiketten uit kleren. Het merk deed er niet toe vond ze, en daar ben ik het mee eens.”

Eva

„Mijn interesse in mode begon toen ik een jaar of dertien was. Ik had punkvrienden en kleedde me vrij alternatief. Toen ik een keer in een skai broek, een grote hoed en knalblauwe sokken in Venlo over straat liep is een automobilist per ongeluk de stoep op gereden omdat hij naar me aan het staren was.

„Hendrikje en ik kennen elkaars smaak heel goed en kopen regelmatig kleren voor elkaar. Een paar jaar geleden kwamen we bij een opening aan in precies dezelfde blauwe winterjas, die bleken we twee uur na elkaar te hebben gekocht in dezelfde winkel. Dus onze smaak heeft zeker overlap.

„Ik heb drie kinderen die mijn kleren als gemeenschappelijk bezit zien. Mijn dochter is laatst weer met mijn mooie tweedehands Gucci-jasje ergens achter blijven haken – dat was even balen. Mijn kinderen zijn ook de reden dat ik speciale items bewaar. Mijn gekke leren jas die nog van een oom is geweest, of een Vlisco-pak uit Ghana, het staat ze allemaal leuk.

„Het voelt als een gelukje dat we echt van mode kunnen genieten en af en toe mooie kleren en sieraden kunnen kopen. Al vind ik het ook fijn om periodes helemaal niet met mode bezig te zijn. Vorig jaar heb ik drie maanden in Japan gewerkt. Toen zat ik elke dag in een spijkerbroek en een donkerblauwe trui in mijn atelier. Dat was heel rustgevend.

„Mijn werk en de manier waarop ik me kleed hebben een bepaalde eenvoud gemeen. Mijn kleding is redelijk bedeesd, ik hou van kleine uitspattinkjes – zoals mijn gouden ketting in de vorm van een hondje, die ik mezelf cadeau heb gedaan voor mijn opening bij Annet Gelink Gallery. Soms komen mijn werk en mode ook samen. Ik heb onlangs een keramische tegelfaçade ontworpen voor de nieuwe Cartier-winkel in de P.C. Hooftstraat in Amsterdam.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 6 april 2024.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in