Actuele vacatures

Terug naar de krant

‘Hij is veel te jong voor mij. Dat gaat nooit werken’

Leeslijst rubriek Spitsuur

Jonge ondernemer Marijn Flipse werkt zeventig uur per week. Hij heeft met psycholoog Anne-Claar Röselaers twee kinderen, een derde is op komst. Vrijdagavond houdt hij vrij. „Dan valt hij meestal om half negen op de bank in slaap.”

Leeslijst

Anne-Claar: „Wij hebben elkaar ontmoet bij Canvas, een Amsterdamse club op de zevende verdieping van het Volkshotel. Ik was toen 31.” Marijn: „En ik 23.” Anne-Claar: „Dat heeft hij ook gezegd, maar ik had het niet verstaan vanwege de harde muziek. Dus ik had geen idee dat hij acht jaar jonger was. Hij kwam ook ouder over, want hij stond superzelfverzekerd te dansen. Heel ongecompliceerd. Dat vond ik leuk.”

Marijn: „Daarna hebben we afgesproken bij restaurant-bioscoop Springhaver in Utrecht.”

Anne-Claar: „Ik studeerde toen in Utrecht. En toen zei hij weer dat hij 23 was. Dit keer verstond ik het goed. Nou, het is dat we op dat moment het eten al besteld hadden, anders was ik weggelopen! Ja, dat komt ook doordat ik nog niet zo serieus was toen ik zelf 23 was. Dat is zo’n leeftijd waarop je nog niks hoeft en de wereld aan je voeten ligt. Ik was toen vooral aan het feesten. Dus ik dacht: hij is veel te jong voor mij, dat gaat nooit werken! Maar toen kwam ik erachter dat Marijn een heel andere 23’er was. Hij was wél serieus.”

Marijn: „Ik had toen al een eigen bedrijf in elektrische scooters. Eerder studeerde ik in Delft, zeker veertig uur per week. Ik heb wel gefeest, maar minder dan Anne-Claar.”

Anne-Claar: „Er is ook wel een karakterverschil.”

Marijn: „Wij zijn uitersten.”

Anne-Claar: „Marijn is rationeler en nuchterder. Ik ben temperamentvoller en mijn emoties fluctueren wat meer.”

Marijn: „We wonen in Oud-West, een bruisende buurt in Amsterdam. We hebben twaalf horecatenten op babyfoonafstand.”

Anne-Claar: „Dus dan kunnen we borrelen in het café, met onze zoontjes Koen (4) en Mees (2) op de babyfoon.”

Marijn: „Als er wat is, ben je zo weer thuis om het te fixen.”

Anne-Claar: „Wij houden van de gezelligheid van de stad.”

Marijn: „Soms denken we wel dat we voor hetzelfde geld een veel groter huis zouden kunnen kopen buiten Amsterdam. Maar ik wil op zaterdag lekker de stad in kunnen wandelen en de prikkels van winkels en cafés ervaren.”

Anne-Claar: „Een ander voordeel van Amsterdam is dat we allebei op de fiets naar het werk kunnen. Ik werk zelf drie dagen als gz-psycholoog bij Kenter Jeugdhulp in Amstelveen.”

Marijn: „En ik werk zeventig uur in de week. Sinds twee jaar heb ik een nieuw bedrijf, Quatt, in hybride warmtepompen. Daar gaat veel tijd in zitten.”

Anne-Claar: „Dus als wij in de polder woonden, zou Marijn echt minder thuis zijn. Nu kan hij makkelijk op en neer.”

Marijn: „Mijn werk is hier tien minuten vandaan, aan de andere kant van het Rembrandtpark. De crèche van Mees zit er vlak naast en mijn sportschool ook, dus dat is handig.”

Franse slag

Anne-Claar: „Ik doe het meeste in het huishouden. Dat vind ik ook wel logisch, omdat ik veel minder werk. Met poetsen ben ik niet te perfectionistisch. Ik doe het met de Franse slag. Voor je het weet, hebben de kids het toch weer vies gemaakt.”

Marijn: „Ik doe weinig in het huishouden, behalve de administratieve dingen zoals de belastingaangifte.”

Anne-Claar: „Koken vind ik wél leuk, al is het altijd weer even afwachten of die twee draken het een beetje oké gaan vinden. Door de week maak ik veel pasta’s, in het weekend koken we samen, vaak Ottolenghi-achtige recepten.”

Marijn: „Dat zijn onverwacht lekkere combinaties uit het Midden-Oosten. Maar we maken het niet te ingewikkeld. We hebben van Ottolenghi het kookboek Simpel.”

Anne-Claar: „Ik houd van tweedehandswinkels en vind het leuk dingen op Marktplaats voor een prikkie te vinden. In de zomer fiets ik op maandagavond graag door de stad; dat is grofvuilavond, mensen zetten mooie dingen aan de straat.”

Marijn: „Ik loop mee zodat ze niet te veel rotzooi meeneemt.”

Anne-Claar: „Zie ik iets aan de straat staan en we zitten in de auto, dan geeft hij altijd extra gas.”

Marijn: „Dat doe ik expres.”

Anne-Claar: „Zodat ik niet ga vragen om te stoppen. Maar als ik op de fiets ben, neem ik kleine dingen mee. Aardewerk, popjes, vaasjes, speelgoed.”

Spaans benauwd

Marijn: „Vorig jaar zijn we een week naar Senegal geweest. Anne-Claar woonde er van haar zesde tot haar twaalfde.”

Anne-Claar: „Mijn vader werkte bij de VN. Ik ben geboren in Genève en later woonden we dus in Senegal. Ik heb er warme herinneringen aan. Geuren, kleuren, liefdevolle mensen, muziek. Heel fijn. Die liefde voor Afrika heb ik nog steeds.”

Marijn: „Er is nu een meisje op komst.”

Anne-Claar: „Ik heb nog vier weken te gaan. En ik neem dit keer vier maanden zwangerschapsverlof. Vorige twee keer heb ik gemerkt dat ik drie maanden te kort vind. Maar na vier maanden had ik wel weer zin om te werken. Dan zit je al die tijd in de luiers en wil je dat de wereld wat groter wordt.”

Marijn: „Ik neem een week vaderschapsverlof. Meer kan helaas niet, ik heb het gewoon te druk.”

Anne-Claar: „Marijn werkt doordeweeks alle avonden en in het weekend ook overdag. Maar ik vind het fijn dat hij wel elke avond thuis is met eten.”

Marijn: „Op vrijdagavond werk ik niet.”

Anne-Claar: „Dan valt hij meestal om half negen op de bank in slaap.”

Marijn: „Iets leuks doen, zoals uit eten gaan, is meestal op zaterdagavond. Dan ben ik weer een beetje uitgerust.”

Anne-Claar: „We zijn afhankelijk van de weekenden om de verbinding te voelen. Dan willen we leuke dingen doen.”

Marijn: „Maar die willen we vooral níét plannen.”

Anne-Claar: „Daar krijgen we het Spaans benauwd van!”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 30 maart 2024.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in