Terug naar de krant

Schrijver en slavist Kees Verheul voelde zich in Leningrad net zo thuis als in Hengelo

Leeslijst column Michel Krielaars
Leeslijst

De schrijver, essayist, slavist en vertaler Kees Verheul is dood. Hij stierf zaterdagavond laat, 84 jaar oud. Ruim twee weken eerder was hij door een herseninfarct getroffen en deels verlamd geraakt. Hij kon nog maar met moeite praten, al bleef zijn geest helder. Maar zaterdag verslechterde zijn toestand. Gewaarschuwde vrienden haastten zich naar hem toe en troffen hem in bed aan. Kees was rustig, maar kon niet meer reageren. Ze hebben toen wat tegen hem gepraat en hem voorgelezen uit de boeken waarmee hij bezig was. En zo gleed hij kalm uit het leven.

Ik had nog zo graag met Kees willen praten over zijn melancholieke essay in Hollands Maandblad, waarin hij verslag doet van zijn verblijf op het landgoed van Toergenjev. Want sinds de Russische cultuur op het strafbankje zit en menigeen daar niets meer mee te maken wil hebben, was bij ons beiden de behoefte om Russische schrijvers te lezen juist toegenomen. Al had Kees het als je hem sprak met evenveel liefde over James Joyce, Thomas Hardy, Karel van het Reve, Nijhoff, Kavafis en Orwell. Altijd wist hij je duidelijk te maken waarom juist die schrijvers en dichters zo onsterfelijk goed waren. En dan was er nog Rusland zelf, dat ik als scholier had leren kennen uit zijn Kontakt met de vijand (1975), het vermakelijke en tegelijk fascinerend intieme verslag van zijn verblijf als jonge, homoseksuele slavist in de Sovjet-Unie van 1967.

Als het over Rusland ging, kregen we het ook over zijn romans Villa Bermond (1992) en Stormsonate (2006). Hierin spiegelde hij de geschiedenis van de 19de-eeuwse Russische adellijke Tjoettsjev-familie aan die van zijn jeugd in zijn geboortestad Hengelo. Centraal staat de vraag of je eigen bestaan verbonden kan raken met dat van iemand uit een geheel andere tijd. Tot het einde van zijn leven was Kees met een vervolg bezig en ik hoop maar dat hij het enigszins heeft kunnen voltooien.

Dat van die samenkomende levens verbond hem ook met de door hem vertaalde dichters Osip Mandelstam en Joseph Brodsky. Met Mandelstams weduwe Nadjezjda was hij in 1967 in Moskou zo goed bevriend geraakt, dat zij wilde dat hij haar memoires zou vertalen. Zijn vriendschap met Brodsky was nog hechter, al vond de dichter het maar niets dat Kees homo was en samenleefde met een man, eveneens Kees genaamd.

In 2008 kwam ik Kees tegen bij een Mandelstam-herdenking in Moskou. Hij hield er een toespraak en werd mateloos bewonderd door het publiek, dat hem als een afgezant uit de dichtershemel zag. Pas toen merkte ik dat hij zich in dat Rusland met zijn eeuwige melancholie misschien wel meer thuis voelde dan in Nederland.

In 2022 gaf Kees me zijn zojuist verschenen essaybundel Herleefd vermogen. Het eerste essay, ‘In paradisum’, de begrafenistoespraak voor zijn in 2018 overleden man, gaat over de bereidheid om een gestorvene ‘onzelfzuchtig’ en ‘opgetild door engelen’ zijn laatste reis te gunnen. In het tweede essay, ‘’s Nachts dromend, op de tast’, heeft hij het over de steden, vooral Leningrad, die in zijn dromen verschijnen. Daarin staat ook dat hij in 2016 aan een Russische journalist had verteld de in 1996 overleden Joseph Brodsky nog regelmatig te spreken en hij hem in zijn dromen minstens eens per week tegenkwam. Zoiets wens ik mezelf nu ook toe met Kees Verheul, nu hij zelf door engelen is opgetild.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 22 maart 2024.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in