Terug naar de krant

Nu westerse overheden weer geld uitgeven aan defensie, stromen de opdrachten bij Thales binnen

reportage
Radartechnologie Nadat Rusland de Krim innam, werden regeringen ‘wakker' en heerst topdrukte in het radartechnologiebedrijf. „De komende tien jaar komen veel orders op ons af.”
Leeslijst
Foto Bram Petraeus

Als Gerben Edelijn zich al triomfantelijk voelt, dan laat hij dat niet merken. De topman van radartechnologiebedrijf Thales sprak zich de afgelopen jaren in het openbaar maar al te graag uit over de „naïeve houding” van Europese overheden als het aankwam op defensie-uitgaven. Hij had het over militaire dreigingen in de wereld, het niet nakomen van NAVO-afspraken. De helft van de omzet van Thales wordt verdiend in de defensiesector. Thales maakt radarsystemen voor luchtmacht, landmacht en marine.

En nu zijn overheden „wakker geworden”, zegt Edelijn in de hal van zijn bedrijf in Hengelo. Om hem heen lopen medewerkers, pasjes in de aanslag, door de beveiligingspoortjes in en uit. Het gebouw, op een industrieterrein vol andere techbedrijven, is voor een groot deel van glas en oogt modern. Buiten hangt de Poolse vlag; er zijn afgevaardigden op bezoek. Waar opdrachten voor Thales in 2016 nog stokten, kán het nu bijna niet drukker voor het bedrijf, dat onderdeel is van de Franse Thales Group (omzet 18,5 miljard in 2023). Thales Nederland zette in 2022 557 miljoen euro om – cijfers voor 2023 zijn nog niet bekend. Tachtig procent daarvan is export.

Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne stijgen defensie-uitgaven in heel Europa. „Het Nederlandse defensiebudget was in 2015 nog 1,1 procent van het bbp, nu 2 procent”, zegt Edelijn. „Een behoorlijke stijging.” Hij kreeg, kortom, gelijk. „Maar ik maak me ook zorgen”, zegt de topman. „We dachten altijd dat we als Europa wel op de schouders van de VS konden leunen in tijden van crisis. Daar komen we nu op terug.” Denkt Edelijn dat de toegenomen investeringen toereikend zijn? En kan zijn bedrijf de groei wel aan?

‘Bodem van de investeringsdip’

Edelijn passeert in de gang, op weg naar een assemblagehal, een oud model van een radar. „Kijk, dit is wel leuk”, zegt hij. Radars zijn in feite grote vierkante constructies die razendsnel ronddraaien en zo allerlei dreigingen in de (verre) omtrek ‘zien’, zoals drones of vliegtuigen. Je vindt ze op schepen en op land. Het oude model waar Edelijn naar wijst, bestaat helemaal uit staal. „Vroeger waren wij eigenlijk een metaalbedrijf”, aldus de topman. Hij tikt met zijn hand op koperen golfpijpjes die aan de achterkant van de vierkante plaat zitten. „Nu wordt radarenergie op een printplaat gevangen. In die radars zit geen enkele golfpijp meer.” Thales maakt ook bijna niets meer zelf, maar stelt vooral samen. „Voor één radar leveren zo’n vijftig partners onderdelen, zo levert NXP bijvoorbeeld de chips”, zegt Edelijn.

Gerben Edelijn, topman van Thales.
Foto Bram Petraeus

In 2016 zat Thales nog „op de bodem van de Europese investeringsdip”, aldus Edelijn. „Langzaam begon toen in Europa de betekenis van de oorlog in de Krim door te dringen”, zegt hij. „Dat heeft voor ons pas in 2017 tot aanbestedingscontracten geleid.” Het tij begon echt te keren toen Thales in 2020, met Nederlandse scheepsbouwer Damen, een megacontract van 1,5 miljard euro tekende voor de bouw van vier fregatten (oorlogsschepen) voor de Duitse marine. Voor Thales Nederland was het de grootste opdracht ooit. In 2023 kreeg Thales (weer met Damen) een contract voor vier fregatten voor de Nederlandse en Belgische marine. In dat jaar kreeg het bedrijf ook een contract om radars te leveren voor drie nieuwe Poolse fregatten.

„De komende tien jaar zien we veel orders op ons afkomen”, zegt Edelijn. „Veel landen liepen achter met bijvoorbeeld het onderhoud van hun marineschepen en trekken dat nu recht.” Het helpt volgens hem ook dat Thales zich op land-, zee- én luchtradars richt en afnemers heeft in verschillende landen. „Maar wij lopen wel tegen grenzen aan.”

Uitstroom van techtalent

De afhankelijkheid van de vele partners voor de productie, is er een voorbeeld van. „Met deze bedrijven moeten we nu allerlei afspraken maken omdat we willen groeien”, zegt Edelijn. Hij loopt de trap op naar de ruimte waar radars worden getest. Van binnen lijkt het net de controleruimte van een schip. „Op het dak boven ons staat een radar”, zegt Edelijn trots. „Opdrachtgevers kunnen langskomen om de radars hier te testen.” Maar de capaciteit op het dak is een beperkende factor. Meer radars produceren betekent dat er meer testruimtes nodig zijn. „Dus hebben we een nieuw gebouw, waar we meer radars op het dak kunnen zetten”, zegt Edeijn en hij wijst naar buiten, naar een gebouw dat in september is opgeleverd.

De grootste opgave voor Thales: alle leveringen voor alle verschillende klanten op tijd de deur uit te krijgen. Dat komt met name door een landelijk tekort aan engineers. In 2023 nam Thales zo’n 400 nieuwe medewerkers aan, en groeide naar 2.439 personeelsleden. „Netto groeiden we met 190 mensen, omdat veel mensen met pensioen gaan”, zegt Edelijn. In de regio is het een bekend probleem dat techtalent massaal vertrekt. Van de 24- tot 29-jarigen is er een uitstroomoverschot, bleek uit onderzoek van Kennispunt Twente in 2019. Ook voor Thales is nieuwe medewerkers vinden een uitdaging. „Sinds de coronapandemie hebben medewerkers de optie om remote te werken”, zegt Edelijn. „Dat maakt wel verschil, voor wie niet hier wil wonen. We hebben veel mensen aangenomen, maar die moeten wel getraind en opgeleid worden. We hebben continu honderd vacatures voor engineers openstaan. Dat blijft zoeken.”

De topman daalt weer een paar trappen af, naar een grote hal met radars in typisch landmachtgroen. Thales is in 2011 begonnen met de ontwikkeling van deze verrijdbare radars voor op land. De GM200 werd samen met de Nederlandse landmacht ontwikkeld. Ook opvallend: twintig Thales-medewerkers dienen als reservisten, om in crisistijden de radar te kunnen bedienen. Het is uniek, maar niet vreemd, vindt Edelijn. „Defensie heeft zo een grotere poule, maar er is echt geen sprake van belangenverstrengeling.”

Foto Bram Petraeus

Inmiddels zijn er negen radars aan de Nederlandse landmacht verkocht, vijf aan Denemarken, acht aan Noorwegen en een geheim aantal aan Litouwen. Het grote voordeel voor Thales: het gaat om serieproductie. „Klanten hebben vaak eigen eisen, maar bij de GM200 is dat anders.” Noorwegen is vanaf het begin, en Denemarken en Litouwen later, betrokken bij de productie. Verschillende Europese landen maken nu gebruik van één systeem. „Dat maakt samenwerking makkelijker”, zegt Edelijn. „We willen er één per maand gaan maken. Ik lees in de krant dat admiraal Rob Bauer [voorzitter van het NAVO Militair Comité] zegt dat de defensie-industrie een beetje moet bijtrekken. Dat doen we toch! Kijk maar hier wat we gedaan hebben.”

Uit het verdomhoekje

De opdrachten stromen binnen en Edelijn mag niet klagen, zou je zeggen. Is de Nederlandse defensie-industrie uit het verdomhoekje? „Nee”, zegt Edelijn. „Ik vind het heel goed dat Nederland en Europa investeren in defensie, maar Nederlandse banken willen ons nog steeds niet financieren.” Hetzelfde geldt voor Nederlandse pensioenfondsen, die onder druk van hun leden veel strenger naar hun investeringen zijn gaan kijken. ABP, Nederlands grootste pensioenfonds, zegt op zijn site nadrukkelijk níét in de Franse tak van Thales te investeren, omdat deze indirect onderdelen levert voor kernwapens. Demissionair minister van Defensie Kajsa Ollongren riep vorige maand juist op tot hernieuwde pensioenfondsinvesteringen in wapens. Fondsen die weinig of niet in wapenhandel investeren, zijn volgens haar „onderdeel van het probleem”.

Nederlandse banken willen ons nog steeds niet financieren
Gerben Edelijn topman Thales

„Maar daar wordt helemaal niet naar geluisterd”, zegt Edelijn. „Ik vind dit heel kwalijk. Want dadelijk blijven er alleen investeerders van buiten over, uit Amerika bijvoorbeeld. En die staan heel anders in het leven, denken alleen aan shareholder value. Dan krijg je precies wat je niet wilt. In Europa vinden we ESG [Evironmental, Social en Governance] belangrijk. Als je dan alleen Amerikaanse investeerders hebt die zeggen: gooi dat overboord…” Niet dat Edelijn de pensioenfondsen nodig heeft, zegt hij. „We gaan er niet één radar minder om maken.”

Nederland wil sowieso „het braafste jongetje van de klas zijn”, zegt Edelijn. Nederlandse organisaties als PAX en Stop Wapenhandel pleitten al jaren voor een strenger toezicht op de export van wapens. De exportregels worden soms nog te ruim geïnterpreteerd, vinden zij, waardoor er wapens terechtkomen bij ‘foute’ regimes. „Dáár ben ik het helemaal niet mee eens”, zegt Edelijn geagiteerd. „Net of wij een stelletje crooks zijn die aan alles en iedereen leveren. Wij zijn de meest gereguleerde business in Nederland, kan ik je vertellen.”

Dat Thales in Nederland zo groot is, komt mede doordat het een relatief „ongevaarlijk systeem” levert, zegt Edelijn. „Wij leveren geen raketten. Want zo’n business kan in Nederland dus niet gedijen. Dat vind ik supernaïef.” Want als wij het niet doen, doet een ander het, zegt Edelijn. „Thales heeft in het verleden meegemaakt dat een opdracht voor Saoedi-Arabië niet doorging, omdat we van Nederland niet mochten leveren. Toen nam mijn Spaanse concurrent het over. Dan is je eigen geweten schoon, maar kopen ze het bij een ander. Het liefst zou ik één Europese regelgeving hebben, waar elk land zich aan houdt. Dat is mijn droom. Dan heb ik geen oneerlijke concurrentie en kan een ander land niet zeggen: bij ons kan het wél.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 23 maart 2024.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in