Terug naar de krant

Hoe is het om een bloem te zijn?

Leeslijst column Raoul de Jong
Leeslijst

Een van de eerste beeldjes die wij ooit maakten als mensen (zover bekend) is een figuurtje van een wezen dat half mens is en half leeuw. Het is 31,1 centimeter hoog en werd zo’n veertigduizend jaar geleden gesneden uit de slagtand van een mammoet. Het werd in 1939 gevonden, twee dagen voordat de Tweede Wereldoorlog begon. Niét in de woestijn van Mali, niet in het Braziliaanse regenwoud, maar in een grot in Duitsland. De Duitsers noemden het Der Löwenmensch, de Leeuwmens.

Ik kwam dit beeldje op het spoor tijdens mijn zoektocht naar een verre voorvader die de kracht zou hebben gehad om zichzelf te veranderen in een jaguar. Een zoektocht die uiteindelijk zeven jaar in beslag zou nemen en waar ik een heel boek over zou schrijven, Jaguarman. De zoektocht bracht me ook naar de Amazone, waar ik in 2015 tien dagen lang op expeditie ging met Just en Johannes, twee mannen die afstamden van de Caraïben, de mensen die al in Suriname woonden voordat Suriname Suriname werd. Op een dag waren er mannen met rode baarden op schepen aan hun kust verschenen, die uit naam van een onbekende god alles in beslag hadden genomen. De Caraïben hadden het niet zomaar laten gebeuren. Ze hadden teruggevochten, volgens de overlevering onder andere door zichzelf te veranderen in jaguars.

Just en Johannes geloofden inderdaad dat er jaguars bestonden die eigenlijk mensen waren. Maar toen ik vroeg hoe dat dan zat, en waar je die jaguarmensen dan kon vinden en ook vooral, hoe dat er dan praktisch uit zou zien, als mens veranderen in een jaguar, sloegen ze dicht. Zoals ze dat zeggen in Suriname: ‘Indianen praten niet’. Dat klopte niet helemaal, begreep ik tijdens onze wandelingen door het regenwoud. Just en Johannes floten of zongen, ze maakten gebaren, langzame, ronde gebaren, en onze omgeving, de planten, de kikkers, de vogels, reageerde daarop.

De enige optie die mijn taal me gaf, was vragen stellen. Maar vragen stellen, woorden gebruiken, leek de verkeerde taal om met Just en Johannes te communiceren. Met Just en Johannes was het zoals met de bloemen op mijn balkon. Ik zou die bloemen kunnen vragen: ‘Hoe is het om een bloem te zijn?’ Maar als die bloemen mijn vraag al zouden verstaan, zou ik zelf eerst moeten verbloemen om hun antwoord te begrijpen. En misschien was dat juist het punt? Door naar Johannes te kijken, begon ik te vermoeden dat het wel degelijk tot de menselijke mogelijkheden behoort, ‘verbloemen’, ‘ver-mieren’, ‘ver-vogelen’, ‘ver-jaguaren’.

Ze maakten gebaren, langzame, ronde gebaren, en onze omgeving, de planten, de kikkers, de vogels, reageerde daarop.

Misschien is het verhaal dat we onszelf als mensen letterlijk in een andere levensvorm kunnen veranderen een sprookje. Maar het verhaal dat wij niéts met dieren gemeen hebben, of dat wij superieur zijn aan de dieren, is dat ook. Om te zien wat dat sprookje met de wereld heeft gedaan, hoef je alleen maar de krant open te slaan. Wat zou er gebeuren als we het probeerden: de wereld bekijken door de ogen van een jaguar? Of van een leeuw? Of van een mier? Of van een muis? Of van een duif? Of van de plant in de vensterbank van je huiskamer? Zou dat niet hetzelfde effect hebben als de wereld bekijken door de ogen van de vreemdeling tegenover je in de tram? Je kunt de ander niet worden, maar je kunt de ander begrijpen, in onze verscheidenheid hebben we van alles met elkaar gemeen.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 4 februari 2023.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in