Terug naar de krant

Betalen voor klimaatschade is geen liefdadigheid, maar welbegrepen eigenbelang

Leeslijst commentaar

Klimaattop

Leeslijst

Al bijna dertig jaar wordt erop aangedrongen door kwetsbare landen: de erkenning dat klimaatverandering ernstige schade veroorzaakt en in de toekomst nog veel meer schade gaat veroorzaken. En vooral de erkenning dat het ene land een veel grotere verantwoordelijkheid heeft voor het ontstaan van die schade dan het andere. De afgelopen week is op de klimaattop in Sharm-el-Sheikh eindelijk besloten om het onderwerp, dat in de onderhandelingen Loss and Damage wordt genoemd, officieel op de agenda te zetten. Zelfs als de top, die nog tot eind volgende week duurt, verder weinig oplevert, is dit een belangrijk besluit.

Het had al veel eerder moeten gebeuren. Want het is pijnlijk onrechtvaardig dat kwetsbare landen, uiteenlopend van kleine eilandstaatjes in de Stille Oceaan, tot de armste landen in Afrika, hard worden geraakt door de gevolgen van klimaatverandering, zoals stormvloeden, overstromingen, langdurige droogte en steeds onvoorspelbaarder weer, zonder dat ze daar zelf iets aan kunnen doen. En het is nog pijnlijker dat de landen die de opwarming van de aarde hebben veroorzaakt veel minder last hebben van de gevolgen. Niet omdat ze er minder door worden geraakt, maar omdat ze het geld hebben om zich ertegen te wapenen en om de schade te herstellen.

Bijna twee decennia zijn de welvarende landen een discussie over verantwoordelijkheid uit de weg gegaan. Toen dat niet meer lukte, besloten ze te gaan ‘meestribbelen’. In 2013, op de klimaattop in Warschau, werd een ‘mechanisme’ in het leven geroepen om het onderwerp uit te diepen. Op de top in Parijs kreeg Loss and Damage twee jaar later een eigen hoofdstuk in het Klimaatakkoord – met de nadrukkelijke toevoeging dat hieruit nooit enige juridische aansprakelijkheid zou kunnen volgen. En vorig jaar in Glasgow werd besloten tot een ‘dialoog’, maar wel buiten de officiële onderhandelingsagenda om.

Lees ook Hét thema van de klimaattop in Egypte: geld
Een cruiseschip in de haven van Sharm-el-Sheikh deze vrijdag. Zondag begint in de Egyptische stad een klimaattop.

Na een jaar met wereldwijd een groot aantal klimaatrampen was het niet langer houdbaar om Loss and Damage te negeren. Onder aanvoering van Pakistan willen arme landen in Sharm-el-Sheikh harde afspraken maken over schadevergoeding. Door extreme hittegolven, die leidden tot veel smeltwater vanaf de gletsjers in de Himalaya, en uitzonderlijk zware moessonregens, kwam dit najaar een derde van Pakistan onder water te staan (40 miljard dollar schade). Ook andere landen werden geteisterd door weersextremen: van China (droogte en overstromingen) tot Nigeria (overstromingen), van de Hoorn van Afrika (droogte) tot de VS (droogte en orkaan Ian). Verzekeraar Aon schat de economische schade door natuurrampen tot en met het derde kwartaal van dit jaar op 227 miljard dollar.

Een discussie over schade en schadevergoeding kon in Sharm-el-Sheikh dus niet langer uitblijven. Maar het dreigt een pyrrusoverwinning te worden voor de landen die daarop aandrongen. Sommige rijke landen beloven geld voor een schadefonds. Duitsland stelt 170 miljoen euro beschikbaar, Oostenrijk 50 miljoen. Ook Schotland, Ierland, Denemarken en België hebben beloofd aan zo’n fonds bij te dragen. Maar dit soort bedragen heeft hooguit een symbolische waarde. Opgeteld is het een schijntje vergeleken bij de miljarden die de getroffen landen vragen – en nodig hebben om schade te herstellen.

Het laat zien dat rijke landen nog steeds hun verantwoordelijkheid niet erkennen. Jacob Werksman, directeur-generaal voor klimaatactie van de Europese Commissie, wees deze week op de strikte voorwaarden voor de discussie over schade. Die mag niet gaan over „aansprakelijkheid en financiële compensatie” en er is tijd nodig om tot afspraken te komen – uiterlijk tot 2024. Ook volgens minister Sigrid Kaag (Financiën, D66), in Sharm-el-Sheikh benoemd tot co-voorzitter van een groep van zo’n tachtig ministers van Financiën die nadenken over klimaat en financieel beleid, is „in gesprek zijn” over schade niet hetzelfde is als het erkennen van schuld.

Het is begrijpelijk dat rijke landen niet verzeild willen raken in rechtszaken over schadeclaims na een natuurramp. Maar met enig begrip voor de (financiële) eisen van arme landen komt er meer ruimte voor wat er op het spel staat in de klimaatonderhandelingen: een heel veel snellere reductie van broeikasgassen dan nu het geval is. Europa is daartoe bereid, maar dat is niet genoeg als China en India niet meer doen dan ze hebben beloofd. Om ze daartoe te dwingen is ook druk van ontwikkelingslanden nodig. Betalen voor klimaatschade is dan ook geen ontwikkelingshulp, en het is zeker geen liefdadigheid. In een jaar dat Europa te maken kreeg met langdurige droogte en een ongekende reeks hittegolven, met naar schatting 16.000 vroegtijdige sterfgevallen tot gevolg, is dat welbegrepen eigenbelang.

Lees ook NRC geeft tips in deze kijk-, lees- en luistergids over klimaatverandering.
Welke docu’s, boeken en podcasts over klimaatverandering zijn de moeite waard?
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 12 november 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in