Terug naar de krant

Op het beroemde tuinfeest van het Rijks: net een film

Leeslijst column Auke Kok

Column Amsterdam

Leeslijst

Daar staan we dan, in de prachtige historische tuin, met z’n allen het leven te vieren. Iedereen blij natuurlijk, en ruimdenkend en mooi gekleed onder een blauwe hemel op een van de langste avonden van het jaar. We mogen erbij zijn, want zo voelt dat als je bent uitgenodigd voor de jaarlijkse party van het Rijksmuseum: bevoorrecht met een cocktail in de hand, elkaar vol ongeloof aankijkend – jij ook hier? Ja, ik ook!

Taco Dibbits himself heeft je bij de ingang een box gegeven; iedereen een box van de hoofddirecteur die in deze kringen zó beroemd is dat hij zich niet eens aan je voorstelt. Hoeft ook niet, die box heb je toch maar te pakken. En als je daar dan rondloopt, tussen die oudhollandse heggetjes aan de zuidkant van Pierre Cuypers’ pronkpaleis, en je ziet al die gezonde knappe mensen in hun fleurige jurken en gezellig kreukende zomerpakken… Dan denk je: dit is een film. Ik figureer op een zorgvuldig uitgekozen filmlocatie, bedoeld om het gewone volk te laten wegdromen.

Als een figurant babbel je maar wat met Vrienden van het Rijks, in een weelde van fonteinen, bladen rosé en zwoele klanken: La grande bellezza aan het Museumplein

Het grappige van zo’n uitverkiezing: de tuinen van het Rijks zijn het hele jaar open voor Jan & Alleman. Behalve op deze avond, als je bij het smeedijzeren hek een toegangskaart moet laten zien. En juist dan wil je naar binnen. Hetgeen lukt – als introducé van een goede bekende. Nieuwsgierig om je heen kijken. Naar die zwarte vrouw met Afrikaans kapsel bijvoorbeeld, vlak voor je bij de cocktailbar: ken je haar niet ergens van? Hoor de barman in het Engels vragen wat ze wil drinken. Zie de vrouw haar rug sierlijk recht houden als ze koeltjes antwoordt: „Ik ben Nederlands, hoor.”

De barman die geschrokken „O, pardon!” zegt en snel een espresso martini voor haar shaket. Zo’n avond is het, een avond waarop iedereen z’n best doet, z’n mooiste lach toont en de zon stilletjes achter een hoge heg met nissen verdwijnt. In al die nissen zie je oude bustes, parels in Cuypers’ grand design. De historische ‘bouwfragmenten’ vormen een sprookjesdecor waarin je al snel niets zinnigs meer weet te zeggen. Als een figurant babbel je maar wat met Vrienden van het Rijks, in een weelde van fonteinen, bladen rosé en zwoele klanken: La grande bellezza aan het Museumplein.

Het kan weer!, speechte Dibbits. Na twee coronajaren zijn we eindelijk weer onder elkaar!

Mooi gezegd, vond iedereen. Je applaudisseerde mee en je genoot van het exclusief zijn aan de juiste kant van het hek.

Na een rondleiding langs de beelden van Barbara Hepworth roep je vol overtuiging: „Interessant!” Want dat kán je, je kan alles wat je maar wilt op deze filmset die nietig maakt en groots tegelijk. Je herkent de door de Volkskrant als onbehouwen seksist afgeschilderde uitgever. Je herkent acteurs en kunstenaars. Je gaat door met herkennen tot de schemering invalt, en het feest wordt beëindigd, en er niets anders opzit dan zuchtend op je fiets te klimmen als de gewone sterveling die je bent.

Auke Kok is schrijver en journalist.
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 25 juni 2022.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in