Het openbaar vervoer wordt nog altijd minder vaak gebruikt dan voordat de coronapandemie uitbrak, aan het begin van 2020. Dat blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van het CBS, dat zich baseert op check-in-registraties van OV-chipkaartbedrijf Translink. Het openbaar vervoer wordt wel iets vaker gebruikt sinds de meeste coronamaatregelen dit voorjaar zijn opgeheven. Of die stijging verband houdt met het schrappen van de coronamaatregelen, is niet onderzocht.
In mei van dit jaar registreerde Translink 83,5 miljoen check-ins in het openbaar vervoer. Dit was 64 procent meer dan in dezelfde maand in 2021 en 23 procent minder dan in mei 2019, voor de pandemie. In het voorjaar van 2021 gold een lockdown waarin verschillende sectoren (gedeeltelijk) waren gesloten tot de maatregelen in mei van dat jaar werden versoepeld. Op 19 mei verviel toen het advies het openbaar vervoer alleen voor noodzakelijke reizen te gebruiken.
Translink registreert alle check-ins in het openbaar vervoer met een OV-chipkaart. Eén persoon kan per reis meerdere keren inchecken, bijvoorbeeld bij het overstappen van vervoermiddel of bij het gebruikmaken van twee verschillende vervoersbedrijven. Papieren tickets en andere vervoersbewijzen worden niet geregistreerd door Translink en zijn dan ook niet opgenomen in de cijfers.