Terug naar de krant

Deze zogenaamd godslasterlijke kunst blijkt juist heel verstild in de Oude Kerk

Leeslijst recensie Beeldende kunst

Tentoonstelling Antonio Obá Op de eerste tentoonstelling met werk van de Braziliaanse kunstenaar Antonio Obá gaat poëzie de strijd aan met het architectonische spektakel van de Oude Kerk in Amsterdam.

Leeslijst

Het kan door bossen slingeren, de ene modderpoel met de andere verbinden, over oceanen varen en aangeven: ‘Vroeger was ik zo iemand, maar ik ben gegroeid, ik ben nu een ander, de weg die ik aflegde ging van daar naar hier.’ Initiatie is een cruciaal begrip voor de Braziliaanse kunstenaar Antonio Obá (1983). De weg die hij afgelegde is nu te zien in de Oude Kerk in Amsterdam. Daarom noemde hij deze tentoonstelling dan ook Path.

Obá werd in het Braziliaanse Ceilândia, een stad in een arme regio van Brazilië, geboren. Het was een stad die in 1976 compleet uit de grond werd gestampt om de wildgroei van favela’s in hoofdstad Brasilia te stoppen. Als afstammeling van tot slaaf gemaakten ontwikkelde hij zich vanuit een armoedig en van katholieke mysteriën doordrongen milieu tot een kunstenaar die binnen en buiten Brazilië bekend is. Ondanks zijn achtergrond wordt zijn werk – bestaande uit schilderijen, sculpturen, performances en installaties – in zijn vaderland bekritiseerd omdat het godslasterlijk zou zijn. Na een kritische performance in 2015 waarin Obá een beeld van de Maagd Maria in stof hulde en zijn eigen zwarte lichaam met witte poeder bedekte, als protest tegen racisme en vooroordelen tegen minderheden in Brazilië, werd hij dusdanig bedreigd dat hij zijn geboorteland ontvluchtte.

Op de tentoonstelling in Amsterdam blijkt zijn werk eerder verstild, poëtisch, tactiel en liefdevol dan godslasterlijk. Het is ook redelijk bescheiden, en daarom is de Oude Kerk, met zijn grandioze hoofdorgel, de rijk bewerkte houten kerkbanken in het hoogkoor en het versierde altaar zelf, niet een echt fijne plek voor zijn werk. Het visuele spektakel dat de laatgotische architectuur biedt, is gewoon te overdonderend.

Intimiteit

Zes, uit soms meerdere onderdelen bestaande, nieuwe werken toont Obá. Vier daarvan zijn in de centrale kerk te zien, twee in de intiemere Collegekamer. Die intimiteit doet de werken meteen goed: Pregaçao en Totem zijn beide feitelijk abstracte werken die vanwege hun materiaal (roestige spijkers, een houten balk, in verschillende hoogtes opgebrande kaarsen) de geur van boetedoening, offer en smeekbedes oproepen, maar nergens expliciet een verband leggen.

De installatie Iron Garden van Antonio Obá in de Oude Kerk.

Met de schilderijen in de centrale kerk is dat minder eenvoudig. Hanging Child bijvoorbeeld – aan het uiteinde van het hoogkoor – is een surrealistisch doek, waar een donkere, bijna naakte jongen op stelten heel nadrukkelijk refereert aan Christus aan het kruis. Ook het barokke drieluik Malungo, dat uit twee schilderijen en een kleine installatie met gouden beker en fles cachaça bestaat, zit vol verwijzingen naar het sacrament van de eucharistie, naar heiligen en vooral de fysieke uitdagingen die ze hebben doorstaan om de status van heiligheid te verkrijgen.

Graanveld

De beste werken op deze tentoonstelling zijn de twee installaties Suspended Children en Iron Garden. Suspended Children is een aan staalkabels bevestigde spiraalvormige constructie van beschilderde vaandels en spiegels die als draperieën uit de nok van de kerk lijken te vallen. Op de vaandels schilderingen van kinderen die omhoog springen. Het geeft het werk een mooie luchtledigheid, die nog versterkt wordt door de reflecties in de spiegels. De installatie Iron Garden, iets verderop, is beslist de meest fotogenieke. De installatie deint als een magisch graanveld in het hoogkoor. Loop door dat graanveld en raak de ranke stengels van staal aan. De koperen klokjes die op de toppen van de 2.400 stengels zijn gemonteerd maken een zacht klingelend geluid. Het is ijl, het is poëtisch, je denkt aan het Angelus – ooit zo stil door Van Gogh geschilderd. Maar nu hoor je ook andere dingen. Je hoort een veld waar het graan knispert na de regen. Je hoort het geluid van de klokjes achter je wegsterven, terwijl je het pad door het hoogkoor aflegt. En aan het eind rest er alleen nog stilte.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 23 juni 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in