Terug naar de krant

Mindy Howard: ‘Het draait niet meer alleen om mij’

Leeslijst interview

Wijzer | Mindy Howard Mindy Howard (56) wil de eerste Nederlandse vrouw in de ruimte worden. Wat zij leerde in het leven: niet alles valt rationeel te verklaren en Nederlandse mannen bellen zelfs na een geslaagde date pas twee weken later terug.

Leeslijst

„Ik ben dankbaar dat commerciële ruimtevaart bestaat. Het biedt mij een kans te wonen en werken in de ruimte, wat ik al bijna mijn hele leven wil. Ik hoop op een baan als hotelmanager – herbergier van een ruimtehotel. Dat klinkt als sciencefiction maar ruimtehotels komen eraan. Ze zijn er al bijna. Ik zou het perfect vinden om daar een tijdje te werken. Het is een rol waar ik geschikt voor ben. Er zijn niet veel mensen met een technische achtergrond die willen entertainen, het mensen naar de zin willen maken.

Op mijn zesde was ik verliefd op De Man van Zes Miljoen. Ik fantaseerde dat ik hand in hand met hem door de ruimte vloog. En hij was bionisch. Ik wilde ook bionisch zijn. Binnenkort krijg ik een bionische knie dus dat is dan eindelijk gelukt. Al is het bij mij de prijs van fanatiek sporten – softbal, hockey, rugby. Ooit had ik een bijbaantje als verzorger van polopaarden, zo kreeg ik de kans polo te leren. Polo is de beste sport ooit. Ik hield van de snelheid, de spanning, de verbondenheid met de paarden. Daarbij mocht je ruw tegen mannen opbotsen als onderdeel van het spel. Ik denk dat mannen altijd verbaasd waren hoe hard het aankwam, een tengere vrouw als ik.

Ik ben opgegroeid in Long Island, New York. Mijn ouders waren leraar, ik heb een oudere zus. Een vrij normale jeugd. Toch heb ik me altijd anders gevoeld. Want: een deel van mij moest verborgen blijven. Ik ben Joods. En mijn ouders zeiden altijd: heb het daar niet over. Wees voorzichtig. Mijn familie heeft de gevolgen van de Holocaust niet aan den lijve ondervonden, maar er was de diepe overtuiging dat het veiliger was dat ongezegd te laten. Ik heb het geheim bewaard, tot nu. Ook heel belangrijk voor mijn ouders was dat wij goed presteerden. Prestaties kun je gerust aan de wereld laten zien. Ik herinner me dat ik thuiskwam van de kleuterschool, zij waren nog op hun werk. Ik maakte zelf een snack klaar en moest dan een uur viool spelen.

Al jong zei ik: ik wil astronaut worden. Mijn ouders begrepen niet waar dat vandaan kwam maar ontmoedigden me niet. Negatieve reacties kreeg ik pas later, in Nederland. Astronaut? Wie dacht ik wel dat ik was. ‘Ja tuurlijk en ik ga naar de maan.’ Ik liet me niet terugduwen in mijn hok. Ik kende geen twijfel, tot ik voor het eerst werd afgewezen bij de NASA. Daar begreep ik niets van. Iedereen zei dat ik er geknipt voor was. Het was de eerste keer dat ik merkte: je kunt niet alles bereiken waar je je zinnen op zet.

Ik kwam naar Nederland om in vier jaar een doctorsgraad te kunnen halen. Zonder die titel zou de NASA me nooit aannemen en in de VS deed je er minstens tien jaar over. Het voelde alsof ik naar Antarctica ging. In 1990 was er nog geen internet, bellen was te duur. Plots was ik afgesneden van mijn familie. Ik had geen auto meer – hoe doe je boodschappen op de fiets? Als ik een bank bestelde duurde het tien weken voor hij kwam. Kon het sneller tegen extra betaling? Nee. In de VS kun je alles krijgen als je meer betaalt. Ken je de film When Harry Met Sally? Sally die iets bestelt maar er augurk bij wil en dit niet en dat wel? Dat was ik. Ik wilde broodje vijf met onderdelen van broodje vier. Nee. Kon niet. Daar heb ik me lang tegen verzet. Tot ik tegen mezelf zei: Je maakt jezelf ongelukkig als je blijft vechten tegen het systeem. Ik leerde de kunst van het accepteren. Nou ja, het leerproces is nog gaande. Ik denk nu: als ik op de maan was en broodje vijf was ruimtevoedsel dan zou ik er blij mee zijn. Ik probeer het om te zetten in een avontuur.

Nóóit gedacht dat ik een Dutchie zou trouwen. Ik had dating issues in Nederland. Als ik zei dat ik promoveerde aan de TU Eindhoven trokken mannen nog net geen vies gezicht. Nederlandse mannen willen geen technisch onderlegde of hoogopgeleide vrouw. In de VS had ik altijd veel vriendjes. Hier duurde het eeuwen voor ik uit werd gevraagd, en na een geslaagde date lieten mannen twee weken niets horen. Ik was verbijsterd als er dan toch nog werd gebeld. Wat, zei ik, ik ben je al lang vergeten. Eric belde na drie dagen. Hij is een man die zelf weet wat het is om te presteren op topniveau – na twee Olympische Spelen in het Nederlands waterpoloteam. Hoe de liefdestaal hier werkt begrijp ik nog steeds niet goed. Misschien zijn Nederlanders geduldiger.

Ik kreeg zo’n goede baan bij Shell dat ik in Nederland ben gebleven. Ik reisde de hele wereld over. Intussen bleef ik solliciteren voor astronaut. Ik werd Nederlandse om dat ook te kunnen doen bij de ESA, de Europese ruimtevaartorganisatie. Op mijn 37ste kreeg ik daar te horen dat ik te oud was. In 2010 kon ik wegens een reorganisatie bij Shell vertrekken met begeleiding naar een volgende baan. Mij werd gevraagd wat ik zou willen worden. Nou, zei ik, astronaut. Als je het niet hardop zegt, geloof je er zelf niet in. Ha ha ha, was de reactie. Toch stuurden ze me naar een centrifuge in de VS waar je kunt trainen voor blootstelling aan hoge G-krachten. Daar hoorde ik voor het eerst over commerciële ruimtevaart.

Mijn intuïtie is een zwakke spier die net begint te groeien

Commerciële ruimtevaart is tot nu toe één groot pr-ding. Alsof altijd alles goed gaat. Dat is niet realistisch. Mensen kunnen bang zijn onderweg. Ze schoppen elkaar tegen het hoofd in gewichtloze toestand. Iedereen die een ruimtereis maakt wil het overview effect ervaren, dat diepe gevoel van verbinding waar astronauten het altijd over hebben. Als ik één angst heb, is het dat ik de ruimte in ga en dat niet ervaar. Maar het gaat allemaal heel snel. Op een commerciële vlucht heb je vier minuten gewichtloosheid. In die paar minuten moet het gebeuren. Met schreeuwende mensen om je heen die salto’s willen maken. Training vooraf kan mensen helpen om toch een unieke ervaring te hebben. Ik train astronauten. Ik leer ze technieken om rustig te blijven, focus op te roepen op het moment dat de druk het grootst is. Met die technieken help ik ook niet-astronauten af van hoogtevrees of tunnelangst.

Ik geloofde nooit in God of in ‘iets groters’. Pas toen ik ouder werd begon ik te denken: er is meer. Lang voor internet ontmoette ik in Maleisië eens een hindoepriester. Hij beschreef Eric, die ik nog niet kende, en zei dat ik hem binnen drie maanden zou ontmoeten. En dat gebeurde! Hij zei ook dat ik de ruimte in zou gaan. Ik dacht: hoe weet hij dat ik dat wil? Ik was altijd sterk rationeel, ik powerde mezelf door het leven. Bij zo’n ervaring denk ik: als iemand mijn scepsis zo volledig teniet kan doen, dan is er iets. Iets waar ik niet bij kan, wat ik heb weggedrukt. Sommigen van mijn vrienden hebben een innerlijke wijsheid. Zij helpen mij die andere kant van mezelf te ontdekken. Mijn intuïtie is een zwakke spier die net begint te groeien.

Sinds kort heb ik een hond, Cosmo. Ik had veel eerder een hond moeten nemen. Als ik in zijn ogen kijk voel ik zo’n vreugde. Ik kan niet geloven dat ik zoveel van iets kan houden. Ik wil nog steeds astronaut worden maar het draait niet meer alleen om mij. Anderen staan op de voorgrond, en de planeet. Een ruimtereis kan de liefde voor de aarde vergroten. Het gevoel versterken deel van een geheel te zijn. Ik wil mensen helpen die droom te verwezenlijken.”

Foto’s Khalid Amakran.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 7 mei 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in