Terug naar de krant

‘Ik ben vrij fearless. Er is maar één Patta’

Leeslijst interview

Guillaume Schmidt Guillaume ‘Gee’ Schmidt (43) is een van de twee oprichters van Patta. Het eerste echte streetwearmerk van Nederland is net zo bekend door de vele collabs als door het engagement. „Als je je uitlaat over dingen die moeten veranderen, moet je niet de laatste zijn die naar jezelf kijkt.”

Leeslijst

„Een paar weken geleden was er enorme opwinding…”

„Oh ja?”

Over een nieuwe sneaker van Nike en Patta, de Patta x Nike Air Max 1 The Wave.

„Dat klopt ja.” In de ruime woonkamer van het huis in Amsterdam-West dat Guillaume ‘Gee’ Schmidt deelt met zijn vrouw Swaantje en hun zonen van elf en vijf, klinkt zijn uitbundige lach. „Het was een groot moment voor ons. We hebben een geschiedenis met de Air Max 1. In 2008 hebben we er vijf uitgebracht, en dat zijn een soort cult-iconen geworden. Heel veel mensen hebben heel lang gewacht tot wij weer Air Maxen gingen maken. Nike wilde weer een momentum creëren voor de Air Max 1 en zocht daar een paar partners voor. Onze eerste reactie was: nou liever niet, we doen liever iets wat we nog niet hebben gedaan. Denk er in ieder geval over na, zeiden ze. Toen hebben we besloten het toch te doen, als het maar ánders zou worden.”

Wat is er anders aan deze schoen?

„Het golfpatroon aan de rand. Dat staat voor de geschiedenis van Patta: geven en nemen, omhoog en omlaag, grote momenten, momenten van zelfreflectie. De eerste schets van Nike’s designteam had wel wat, vonden wij. Maar toen kwam de sample en die was afgrijselijk, het zag er echt niet uit. Bij schoenen gaat het om verhoudingen, en die klopten niet. Wij tekenen, meten, plakken, schuren, maar na drie sample-rondes waren we nog niet tevreden. Toen zei Nike: oké, maar dit wordt de allerlaatste ronde, en van wat je straks gaat zien, worden er 50.000 gemaakt. Goed: hij komt terug, wordt voor de veiligheid naar mijn huis gestuurd. En dan doe je die doos open: oh ja, it worked out.”

Nike wilde dus heel graag met jullie.

„Nike is de top van de piramide. Ze hebben de partnerships voor het uitkiezen. Wij hebben het geluk dat er mensen werken die ons goed kennen, en ook invloed hebben.”

Dat kan toch niet alles zijn.

„Wat wij meebrengen, is alles behalve het product: de flavor, het engagement.”

25 was Schmidt, toen hij samen met de zes jaar oudere Edson Sabajo een sneakerwinkel opende op de eerste verdieping van een pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam, waar vrienden al een skatewinkel, muziekstudio en een atelier hadden. Ze wilden graag een eigen bedrijf, en zagen een sneakerwinkel ook als een manier om zelf aan coole schoenen te kunnen komen, én een aanleiding om goeie feesten te geven. Na een paar jaar leek het ze een goed idee zelf eens een T-shirt te laten drukken. En zo groeide Patta – fonetisch voor pata, het Surinaamse woord voor schoen – uit tot het eerste echte Nederlandse streetwearmerk, al dekt dat woord de lading niet.

Patta x Tommy (2021)
Foto Hassan Hajjaj

In achttien jaar is Patta, dat inmiddels ook winkels heeft in Londen en Milaan, uitgegroeid tot een cultureel fenomeen. Het staat bekend om het engagement – zie bijvoorbeeld de T-shirts met een afbeelding van de Surinaamse schrijver en verzetsheld Anton de Kom – en de grote hoeveelheid collabs, samenwerkingen met andere merken, organisaties en mensen. Alleen al in 2021 waren het er 29, waaronder projecten met sport- en modemerken als Tommy Hilfiger en Reebok, maar ook Steve McQueens tv-serie Small Axe (een trui en twee T-shirts ) en Emory Douglas, die de visuele identiteit van de Black Panther Party ontwierp (T-shirts, hoodies en de zwarte, kunstleren pet met de tekst ‘All power to the people’, die Schmidt draagt tijdens het interview).

Voor het Stedelijk Museum maakte Patta een serie T-shirts, ter ere van de expositie Surinaamse School. Het was niet de eerste keer dat Patta zich in de kunstwereld begaf: Schmidt (die zich bij Patta bezighoudt met de creatieve kant en marketing) en Sabajo (structuur, educatie en financiën) waren in 2019 de eerste gastcuratoren van het toen net geopende kunstcentrum Het HEM in Zaandam. In Chapter 1, zoals hun expositie heette, lieten ze niet alleen werk zien van achttien kunstenaars, maar werden ter plekke ook 35 amateurs-boksers door de Britse vrouwelijke ex-prof Michele Aboro getraind, culminerend in een boksgala.

De werkwijze van merken als Patta is de laatste jaren een grote inspiratiebron voor grote modehuizen als Fendi en Gucci. Ook zij maken nu streetwear en doen collabs, ook met elkaar.

De invloed van streetwear is er al heel lang in de modewereld, maar de erkenning was er nooit

„De invloed van streetwear is er al tientallen jaren in de modewereld, maar de erkenning was er nooit. Het woord streetwear bestond ook nog niet echt in de jaren tachtig en negentig. Doordat het woord nu wel wordt gebruikt, en doordat de invloed nu zo obvious is, krijgen wij eindelijk de props die ons al zo lang due zijn. Dapper Dan – een modeontwerper uit Harlem die in de jaren tachtig logo’s van grote merken gebruikte en later zelf werd geïmiteerd door huizen als Gucci – „heeft eindelijk de plaats in de geschiedenis gekregen die hij verdient.”

Is streetwear nog streetwear als het wordt gemaakt door een merk als Gucci of Versace?

„Voor mij is streetwear casual kleding voor iedereen, een alledaags kloffie, comfortabel. En ja, soms zie je iets op de catwalk waarvan je denkt: dit is gewoon streetwear. Het gaat niet om de prijs, maar of het iets is dat je kunt aantrekken en waarmee je de straat op kunt. Maar wat zulke merken doen met hun collabs heeft vaak een bepaald opportunisme, en opportunisme vind ik niet echt een fijn woord. De leukste dingen van twee merken bij elkaar op een jas proppen, dat kan eigenlijk iedereen. Een goede collab is meer dan dat, dan is er chemie, dan knalt het. Dat lukt ons vaak, maar ook niet altijd.”

Zeggen jullie vaak nee tegen een voorstel voor een collab?

„Heel vaak. Als een merk bijvoorbeeld alleen met ons in zee wil omdat we black owned zijn en dat ook uitstralen, ketst het af.”

Evengoed lijkt me een project met een cool, zwart merk als Patta goed voor het imago van bijvoorbeeld Tommy Hilfiger.

„Natuurlijk, zij hebben hun redenen. Maar je kunt zeggen wat je wilt, de collectie die we samen hebben gemaakt, was voor hen een superspannend project. Tommy is heel Angelsaksisch. Wij hebben de pan-Afrikaanse vlag, de Surinaamse vlag en de vlaggen van andere etnische groepen in Nederland in kleding verwerkt.

„Als je onderwerpen als de diaspora en immigratie gebruikt, moet je dat op een oprechte manier doen. We hebben met een deel van de opbrengst internationale organisaties gesteund die zich inzetten voor mensen uit de diaspora. In Nederland was dat The Black Archives, een archief voor zwart erfgoed. We hebben op de site die was gemaakt voor Patta x Tommy ook een stukje van Katibo Ye Ye van Frank Zichem laten zien, een documentaire over een Surinaamse man die naar Ghana gaat om te zien waar zijn mensen vandaan zijn gekomen. Vervolgens neemt hij iemand uit Ghana mee naar de binnenlanden van Suriname, waar de Marrons wonen, de afstammelingen van gevluchte tot slaaf gemaakten. Marrons hebben een eigen taal en eigen dialecten, en ze bleken met elkaar te kunnen praten. Dat is een heel ontroerend moment in de film.”

Foto Dana Lixenberg

Jij bent ook geboren in het binnenland van Suriname.

„In Brownsweg, in het district Brokopondo. Ik ben Saramaccaan – Saramaccanen zijn een van de Marron-volken. Dat is mijn achtergrond, mijn essentie. Mijn ouders zijn daar altijd heel duidelijk over geweest, en ik ben er heel trots op. We zijn ook vaak teruggeweest, de hang naar Suriname is gebleven. Mijn moeder zit nu aan het einde van haar loopbaan, en ziet ernaar uit er weer te gaan wonen. Ik ben zelf een tijd niet geweest, ik moet zeggen dat ik het mis. De natuur, de geuren, het contact met mijn mensen. Een deel van mij is in Suriname.”

Ik heb begrepen dat Marrons vroeger werden gediscrimineerd.

„Dat is nu omgeslagen, er is veel meer kennis. Mijn vader heeft in 2011 een museum opgericht in Pikin Slee om de Marron-cultuur vast te leggen. Hoe in de dorpen wordt geleefd, verandert snel. Er is veel meer invloed vanuit de stad, omdat jongeren ernaartoe trekken.”

Jullie verhuisden naar Den Bosch.

„Een broer van mijn vader woonde daar al. Mijn vader ging als eerste, ik was nog een baby, mijn moeder en ik kwamen twee jaar later. Hij pakte alles aan: bollen plukken, aan de lopende band bij Heineken. En dan ’s avonds een studie economie. Mijn moeder ging sociale pedagogiek studeren en daarna bij de gemeente Utrecht werken. Mijn vader was ambtenaar bij de gemeente Vught.

Een deel van mij is in Suriname

„Ik lijk qua karakter meer op mijn moeder – ik ben vrij introvert – maar mijn vader heeft een grote invloed op mij gehad. Zijn manier van denken, zijn ethos. Hij is altijd een authentieke, heel zelfbewuste man geweest. Wij deden niet aan Sinterklaas, ook niet toen mijn broer en zus en ik nog heel jong waren. Hij zette zich in voor Vluchtelingenwerk, hij sloot vriendschappen met zwervers. Dan nam hij iets te eten mee, ging lekker bij ze zitten en met ze praten. Hij had altijd een kinderlijke glinstering in zijn ogen. Afgelopen voorjaar is hij overleden na een hersenbloeding, hij was 65. Hij heeft veel mensen aangeraakt.” Als middelbare scholier was Schmidt vooral bezig met basketbal en muziek; hij had een radioprogramma bij een lokale piraat. Hij studeerde een half jaar communicatie in Utrecht, „dat vond ik helemaal niks”, en vrijetijdskunde in Amsterdam. „Dat was het ook niet”, al beviel de stad hem uitstekend. „Alles was groter, man!” Hij ging werken bij Fat Beats, een in hiphop gespecialiseerde platenzaak waar hij al kwam als klant. Edson Sabajo was er de manager. „Dat klikte.”

Je ouders zullen het niet leuk hebben gevonden dat je geen studie hebt afgemaakt.

„Ze vonden het heel erg. Ze waren hierheen gekomen om te bouwen aan hun eigen toekomst, en die van hun kinderen. Ook Patta vonden ze in het begin moeilijk. Ze begrepen niet wat we aan het doen waren. Later werd mijn vader onze grootste fan. Hoe meer we onze Surinaamse achtergrond lieten zien in onze producten, hoe trotser hij werd. Hij ging onze kleding dragen, op zijn eigen manier. Hij was beroemd om zijn hoeden en zijn tuinbroeken. Hij is altijd een verschijning geweest. Vroeger liep hij in pakken en op puntschoenen, altijd tweedehands winkels aan het afstruinen. Het was een feest hoe hij eruitzag. We missen hem.” Hij is even stil. „Ja. Ja, ja.”

Duurde het lang voordat Patta een succes was?

„De eerste jaren verdienden we helemaal niks. Edson maakte zijn centen als dj, ik werkte als mc en host bij clubs en pakte een mazzeltje hier en daar. Om de beurt gingen we naar Parijs of naar de buitenwijken van New York. We kochten in bij andere winkels; schoenen die in de uitverkoop waren, of voor ons acceptabel geprijsd waren omdat de dollar laag stond. In Parijs had je van die Afrikaanse winkels, daar namen we soms wel honderd paar mee: wat is je prijs als ik alles koop? In Philadelphia vonden we oude fitness-schoenen van Reebok. Die had Reebok zelf nog niet opnieuw uitgebracht, en ze vlogen weg bij ons. Zo kwamen we in het vizier van merken als Nike: we ontdekten dingen.”

Wat mij opvalt aan jullie, en andere Nederlandse streetwearmerken: het zijn bijna altijd jongensclubjes.

„Ik denk niet dat vrouwen geen belangstelling hebben voor streetwear, maar het is voor jongens en mannen gemakkelijker je stem te laten horen, gezien te worden. We leven nog steeds in het patriarchaat. Wij waren in het begin ook een echte boys’ club, met het taalgebruik dat daar bij hoort. Yo yo, je doet het met je vrienden en je bent vooral bezig een plek voor jezelf te maken. Maar je gaat reizen, je praat met mensen en op gegeven moment besef je dat het niet oké is om in de club mee te rappen op homofobe en vrouwonvriendelijke teksten.

Patta, collectie voorjaar 2022.
Foto Menno Kok

„Ze zijn minder zichtbaar, maar bijna de helft van de vijftig mensen die bij ons werken is vrouw. Onze cfo is een vrouw, onze hoofd marketing, bij design zitten meer vrouwen dan mannen. We hebben bewust naar vrouwen gezocht. Als je je uitlaat over dingen die moeten veranderen, moet je niet de laatste zijn die naar jezelf kijkt. Ik zit zelf ook vast in patronen. Sinds er veel vrouwen zijn, loopt het beter binnen het bedrijf. Dan heb ik het over communicatie, over begrip en tactiek.”

Sinds afgelopen zomer hebben jullie een eigen opleiding, de Patta Academy.

„Ja, dat is supertof. Twee keer vijf dagen en dan eens per maand een workshop in het weekend. [oud-politicus] Fatima Elatik zit in de organisatie, [beeldend kunstenaar] Brian Elstak is een van de gastdocenten, ABN Amro heeft een ruimte beschikbaar gesteld en workshops verzorgd. Het is Edsons geesteskind, voortgekomen uit het Patta Running Team. Dat is opgericht om kids te leren doelen te stellen voor zichzelf. Beginnen met drie kilometer en dan uiteindelijk een halve marathon lopen.

„Met de Academy willen we zorgen voor aanwas binnen ons eigen bedrijf. Acht van de tien mensen die van een kunstacademie of de grafische school komen, zijn wit. Maar we willen jongeren ook laten zien dat je niet per se een T-shirt hoeft te kunnen ontwerpen om bij ons of bij Nike te werken. Er zijn ook boekhouders en salesmensen nodig.”

Worden de jongeren voorbereid op andere opleidingen?

„Nu nog wel, maar de droom is een eigen gebouw, en dat je met een papiertje van ons binnenkomt bij Nike of Fantastic Man. Veel van ons hebben nooit geleerd hoe corporate structures werken, hoe je moet netwerken. Maar kijk naar Virgil Abloh: die wist hoe hij zich moest bewegen in de maatschappij, hij kende de systemen en kon doordringen tot Louis Vuitton. We hebben nu een groep van 25, om het behapbaar te houden, tussen de 16 en 25 jaar oud, uit Amsterdam-West, Zuidoost en Rotterdam, evenveel meisjes als jongens. We richten ons in eerste instantie op jongeren van kleur, in ieder geval mensen die minder toegang hebben tot de mogelijkheden die er zijn. Wij zijn er niet alleen voor onszelf, maar voor de hele community.”

Wat betekende het voor jou dat Virgil Abloh in 2018 de leiding kreeg over de mannencollecties van Vuitton?

„Dat was te gek, echt goed. Iemand van kleur op zo’n positie zal ik altijd applauden.”

Kende je hem?

„De wereld is klein. Ik ken [dj] Benji B goed, en dat was de music director van zijn shows. We kwamen elkaar tegen op feestjes en hebben elkaar gesproken. Als hij iets tof van ons vond, liet hij dat op Instagram weten. Ik ben ook een paar keer op shows van Louis Vuitton geweest. De energie was anders, mijn mensen waren er.”

Anders dus dan Louis Vuitton onder zijn voorganger Kim Jones.

„Voor die shows ben ik nooit uitgenodigd. Dat zegt ook iets.”

Ik denk dat Nederlandse streetwearmerken die na jullie kwamen, zoals SMIB en Daily Paper, veel aan jullie voorbeeld hebben gehad.

„We hebben zeker invloed gehad, dat ga ik niet ontkennen. Maar ze hebben het uiteindelijk zelf gedaan.”

Myrto Semmoh van SMIB, dat ook muziek uitbrengt en met wie jullie vorig jaar een collab deden, zei dat jij contact met ze zocht toen ze nog, ik citeer, nobody’s uit Zuidoost waren, ze advies gaf en hun naam bij cruciale mensen liet vallen.

„Dat vind ik onze verantwoordelijkheid. Onze journey zou anders zijn gelopen als wij ook dat soort hulp hadden gehad.

„Mijn ouders hebben mij opgevoed met het idee dat niks onmogelijk was, als je je best er maar voor deed, en ik was heel bevlogen. En ik kom uit de hiphopwereld, daar zit in de cultuur dat je van niets iets kan maken: trek een elektrische draad uit een lantaarnpaal, sluit er een box en een platenspeler op aan, maak een beat en laat er iemand overheen praten. En dat is natuurlijk een mega-industrie geworden.”

Maar?

„We kwamen vaak op plekken waar we de enigen waren. De mensen die je tegenkwam als je ging inkopen bij de Nikes van de wereld, de mensen die je tegenkwam bij de bank, iedereen was wit. We zullen nooit weten of het aan ons bedrijfsplan lag of aan ons, maar geld lenen van de bank is ons bijvoorbeeld nooit goed gelukt. Wij zijn ook nog eens geen water-bij-de-wijn-zwart. We zijn luid, we houden van lachen, we zijn trots op onze achtergrond. Dat werd niet altijd even gemakkelijk toegelaten.

Patta, collectie voorjaar 2022
Foto Menno Kok

„Zwarte mensen in de mode zijn nog steeds bijzonder. We moeten naar een situatie waarin de aanwezigheid van zwarte mensen normaal wordt in álle sectoren. Dat gaat nog wel even duren, we hebben nog een lange weg te gaan.”  

Als je alleen al ziet wat Sylvana Simons over zich heen krijgt, lijkt het daar wel op.

„Leg alleen alle opmerkingen die de minister-president en sommige kamerleden tegen haar hebben gemaakt achter elkaar – dat is de wereld waarin we leven. Het is een hele tijd onder de oppervlakte gebleven, maar de lelijkheid heeft zich de laatste tijd wel erg laten zien.

„Mijn geduld begint op te raken, maar ik probeer niet bozig of cynisch te worden, en te focussen op wat ik heb en wat ik kan doen. We hebben laatst een boot laten beplakken met logo’s van organisaties die we een warm hart toedragen: The Black Archives, bijvoorbeeld, Nederland wordt beter, museum Oscam in [Amsterdam] Zuidoost. We hadden die boot als abri aangekocht voor de lancering van de Wave. We moesten hem voor vier weken nemen, dat was langer dan we nodig hadden – die schoen verkocht wel.”

Myrto Semmoh zei ook: Patta zie ik niet als merk, maar als een beweging die zaken doet om het hoofd boven water te houden. Is het een moeilijke balans, tussen commercieel succes en activisme?

„Helemaal niet, man. Please. Mensen hoeven niet naar mij te komen. Maar als je je geld bij ons uitgeeft, worden een heleboel mensen daar beter van, dat weet ik 1.000 procent zeker. Ik verdien met heel veel plezier heel veel geld, want wat wij doen komt voort uit iets puurs.” 

Daily Paper is in korte tijd heel groot geworden.

„Ik denk dat je concurrentie nodig hebt om beter te worden. Ik ben er niet angstig over, want dat zou betekenen dat ik onzeker ben over wat ik doe. Ik ben vrij fearless. Er is maar één Patta.”

Dat ook een succesvolle museumtentoonstelling op zijn naam heeft staan.

Chapter 1 in Het Hem is een van de bijzonderste ervaringen uit mijn leven. Wij hebben kunstenaars aangedragen, Het Hem heeft ons weer kennis laten maken met kunstenaars, en het was geweldig om kunst met sport te combineren. En de opening: zoveel verschillende mensen, zoveel energie. Zwarte mensen zijn in de context van kunst vaak op bezoek. Omdat wij nu de boventoon voerden, moest iedereen zich tot ons verhouden. Het was ónze wereld. Ik heb daar zo van genoten. ”

Portretfoto’s: Dana Lixenberg
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 5 februari 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in