Terug naar de krant

Hoe Zara-shirts en H&M-broeken het klimaat verpesten

Leeslijst rubriek Groen doen

Duurzaamheid De kledingindustrie stoot meer CO2 uit dan de lucht- en scheepvaart, becijfert klimaatconsultant Joop Hazenberg in zijn nieuwe boek. Vier suggesties om zelf beter met je kleding om te gaan.

Leeslijst

Voor klimaatschrijver Joop Hazenberg was er één grootste verrassing bij het schrijven van zijn nieuwe boek over concrete klimaatacties, Zo redden we de wereld. „De kledingindustrie. Die is echt een ramp, zowel voor het klimaat als het milieu”, zegt hij aan de telefoon vanuit de Belgische Ardennen, waar hij een deel van de tijd woont. Hazenberg werkte de laatste jaren vanuit Brussel bij verschillende bedrijven als lobbyist en consultant op het gebied van duurzaamheid.

Je wéét het als je af en toe een krant leest wel, maar zo op een rijtje gezet, zijn het toch schrikbarende getallen over de mode-industrie. De sector veroorzaakt volgens de onderzoeken die Hazenberg bij elkaar brengt in zijn boek ongeveer 8 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen – dat is meer dan de totale lucht- en scheepvaart samen. De productie van kleding is sinds de eeuwwisseling verdubbeld. En volgens verwachtingen van de kledingindustrie zelf, zal de consumptie van kledingstukken tot 2050 mogelijk nog eens verviervoudigen, door groeiende wereldbevolking en welvaart. „Dat is simpelweg onhoudbaar.”

Wat zijn volgens hem dingen die consumenten zelf kunnen doen?

1. Mijd H&M, Zara en Primark

De manier waarop fast fashion-ketens werken is één van de belangrijkste oorzaken van het kledingprobleem, zegt Hazenberg. Hij becijfert dat Zara jaarlijks ongeveer 20.000 nieuwe ontwerpen in de rekken heeft. Winkels als H&M en Primark hebben soms tientallen nieuwe collecties per jaar. „De kledingstukken gaan soms maar tien keer dragen mee. Toch kopen we deze troep massaal.”

De schattingen lopen uiteen, maar Nederlanders kopen 26 tot 46 kledingstukken (inclusief schoenen) per jaar. Van online-aankopen gaat meer dan de helft weer retour. Veel van deze teruggestuurde goederen worden vernietigd omdat dat goedkoper is dan de alternatieven.

Er zijn inmiddels steeds meer merken die werk maken van het verduurzamen van hun productie, het verbeteren van de levensduur van items en het reduceren van aantallen kledingstukken en collecties, zoals Patagonia en Filippa K. Vaak zijn dat wel de duurdere merken. En zal het, erkent hij, voor mensen met een kleinere beurs lastig zijn die te kopen.

2. Wees zuiniger op kleren

Maar ook mensen met minder te besteden kunnen andere keuzes maken die beter zijn voor henzelf en de planeet. Het draait er uiteindelijk vooral om dat mensen veel beter voor hun kleding gaan zorgen zodat ze veel langer meegaan. Hazenberg: „Niet te vaak wassen, laten repareren of aanpassen en zo lang mogelijk dragen. Van de kleren die worden weggegooid, is 80 procent nog in goede staat. Dat is een enorme verspilling.” Hij zet in zijn boek een paar praktische ingrepen op een rij: wassen kan in de meeste gevallen prima op 20 graden, dat is beter voor de stof. Een waszak om kleding kan helpen om die langer goed te houden. Minder strijken is ook beter.

3. Kies andere stoffen

Zowel voor katoen als polyester, de twee belangrijkste grondstoffen van textiel, noemt Hazenberg een waslijst aan bezwaren. Het telen van de katoenplant kost enorme hoeveelheden energie en water. „Voor één kilo katoen is al snel 8.000 tot 10.000 liter water nodig, naast meststoffen en pesticiden. De grondstof voor polyester is olie. Die moet natuurlijk worden gedolven, waarbij CO2 en methaan vrijkomt. Schapen die wol produceren stoten methaan uit.” Voor klimaatneutrale kleding bestaan er dus eigenlijk weinig opties. „Behalve misschien textiel van hennep of vlasplanten.” Vlas is het spul waar bijvoorbeeld linnen van wordt gemaakt. Linnen beddengoed, linnen kleding en items van hennep „zijn dus het minst schadelijk”. Sommige kleren van polyester, zoals fleecetruien en zwembroeken, zijn inmiddels gemaakt van gerecyclede petflessen, dat staat dan meestal duidelijk op het label.

Lees ook Hoe kun je wol recyclen?

4. Verwacht niet te veel van recycling

Maar verwacht niet te veel van recycling. Recycling is een onderdeel van de oplossing – en kleren in de kledingbak doen in plaats van de vuilnisbak is altijd beter. Maar het is bepaald niet de definitieve remedie voor het kledingprobleem, waarschuwt hij. Bij het recyclen van kleding worden kledingstukken niet integraal hergebruikt, maar worden van de stof andere, minder hoogwaardige items gemaakt. Bij dat proces raken de vezels meestal zodanig aangetast dat je van een trui nooit een nieuwe kunt maken, maar hooguit een sjaal of muts. „We zijn er de laatste decennia vooral goed in eerst een nieuw probleem te veroorzaken, en dat dan weer te proberen half op te lossen met recycling.” Hij wijst op de Nespresso-koffiecups: „Ja, die kun je prima recyclen, maar nog veel beter voor het milieu is als je gewoon op de ouderwetse manier koffiezet.” Zo is het ook met kleding. „Simpelweg minder kleren kopen, van betere kwaliteit en er langer mee doen, dat scheelt het meest.” Dat is een logische, maar niet heel populaire vaststelling.

Hazenberg zet vraagtekens bij recente groene initiatieven van bijvoorbeeld H&M. Die keten zette onlangs in zijn Zweedse flagshipstore een enorme ‘recyclingmachine’ neer, waarin klanten hun oude kleding konden doen om er nieuwe items voor terug te krijgen. Gooi er een paar truien in en je kunt er, als je vijf uur later terugkomt, een gratis babylakentje of een sjaal voor terugkrijgen. „Het is beter dan niks, maar het neigt naar greenwashing.” Groen doen voor de bühne dus. En dat terwijl het onderliggende probleem intussen alleen maar groter wordt.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 5 maart 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in